3Reactie van Burgemeester en Wethouders
Het hoofd van de afdeling Samenlevingszaken en Cultuur van de dienst
Welzijn heeft namens Burgemeester en Wethouders op 2 februari 1994 op het
bezwaarschrift gereageerd. Deze reactie komt op het volgende neer.
Het College van Burgemeester en Wethouders heeft op 21 juni 1993 een brief
gestuurd aan alle organisaties die in 1993 een subsidie hebben ontvangen op
basis van de Verordening belangenbehartigende organisaties, patiëntenver
enigingen en zelfhulpgroepen. In deze brief is medegedeeld dat het College,
in verband met de financiële positie van de gemeente, besloten had om de
Raad voor te stellen het jaarlijks beschikbare budget ten behoeve van de
belangenbehartiging, zelfhulp en patiëntenverenigingen op het terrein van
de gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstverlening, met ingang van
1995 te verlagen met een bedrag van 25.000,=. Tevens werd medegedeeld dat
het College besloten had de Raad voor te stellen het dan beschikbare budget
slechts aan te wenden voor zelfhulp en patiëntenverenigingen op het gebied
van de gezondheidszorg. Het College stelde de Raad voor om de subsidiëring
van belangenbehartigende activiteiten op het vlak van de maatschappelijke
dienstverlening, met ingang van 1995 te beëindigen. De Raad heeft dit in
zijn vergadering van 15, 16 en 17 november 1993 overgenomen. In de brief
van 25 november 1993 heeft het College dezelfde organisaties op de hoogte
gesteld van het raadsbesluit hierover.
Het College heeft, bij het opstellen van de bezuinigingsvoorstellen 1993-
1997, prioriteiten gesteld in het gemeentelijk beleid. Er is gekozen voor
het afstoten van taken, in plaats van het toepassen van de 1 kaasschaaf-
methode'. Het College heeft het handhaven van de subsidiëring van de
zorgsector als prioriteit gesteld. Conform deze beleidslijn heeft het
College gekozen voor handhaving van de subsidiëring van activiteiten op het
gebied van de gezondheidszorg. De financiering van belangenbehartiging op
het terrein van de maatschappelijke dienstverlening wordt derhalve afgesto
ten.
De betreffende Verordening zal in 1994 worden aangepast aan de wijziging
van het beleid. Het raadsbesluit is gebaseerd op een beleidskeuze. De
procedure rond het wijzigen van het beleid is zorgvuldig uitgevoerd.
4- Terinzagelegging van de stukken van de hoorzitting
De achterliggende stukken hebben vanaf 9 februari 1994 ter inzage gelegen
en zijn aan reclamanten toegezonden.
De hoorzitting van de raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaar
schriften heeft op 22 februari 1994 plaatsgevonden. Op deze hoorzitting
zijn de standpunten toegelicht.
5Overwegingen en advies van de commissie
Naar aanleiding van de stukken en hetgeen op de hoorzitting naar voren is
gebracht heeft de commissie het navolgende overwogen.
Het raadsbesluit om de subsidiëring van belangenbehartigende activiteiten
op het terrein van de maatschappelijke dienstverlening te beëindigen, is
een besluit van algemene strekking. Een zodanig besluit is, op grond van
artikel 2, tweede lid sub a, geen beschikking in de zin van de Wet Admini
stratieve Rechtspraak Overheidsbeschikkingen.
2
De commissie is ook van mening dat de brief van Burgemeester en Wethouders,
waarin medegedeeld werd dat het subsidiebudget met ingang van 1995 wordt
aangewend ten behoeve van de belangenbehartiging, zelfhulp en patiëntenver
enigingen op het gebied van de gezondheidszorg en dat de subsidiëring van
belangenbehartigende activiteiten op het vlak van de maatschappelijke
dienstverlening, met ingang van 1995 beëindigd zou worden, slechts een
brief van informatieve aard is en dus geen beschikking is.
In de bijsluiter bij deze brief werd gewezen op de mogelijkheid om een
bezwaarschrift in te dienen tegen de, in de brief medegedeelde, beslissing
van de Raad. De commissie overweegt dat dit verwarrend was. De commissie is
echter van oordeel dat de algemene strekking van het besluit van de Raad,
niet door de bijsluiter wordt aangetast.
De commissie concludeert dat reclamanten mitsdien in hun bezwaren niet
kunnen worden ontvangen.
Ten overvloede merkt de commissie het volgende op.
Reclamanten zijn vroegtijdig, reeds in juni 1993, op de hoogte gebracht van
het voornemen om het jaarlijks beschikbare budget met ingang van 1995 te
verlagen. Tevens is men vroegtijdig op de hoogte gebracht van het voornemen
om de subsidiecriteria aan te scherpen.
Reclamanten hebben de mogelijkheid tot inspraak gehad in de vergadering van
18 oktober 1993 van de raadsadviescommissie voor Onderwijs en Samenlevings
zaken.
De commissie is van mening dat de procedure rond de beleidswijziging en de
daaruit voortvloeiende besluitvorming om de subsidiegelden te beperken en
de subsidiecriteria aan te scherpen, aan de eisen van zorgvuldigheid heeft
voldaan.
De gemeente was in verband met de financiële situatie genoodzaakt tot het
maken van keuzes bij het verdelen van de subsidiegelden. De Raad is bevoegd
om haar beleid ten aanzien van de subsidieverlening te wijzigen.
De commissie adviseert de Raad reclamanten in hun bezwaren niet ontvanke
lijk te verklaren.
Leeuwarden, 22 maart 1994
Voorzitter, Wnd. secretaris,
w.g. w.g.
drsA.A.J.S. van de Gevel. mr. W.L. van Harinxma thoe Slooten
3