Nr. 6536 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen de brief van mevrouw J. de Boer-Boomsma d.d. 19 januari 1994 waarin, ingevolge de Wet Administratieve Rechtspraak Overheidsbeschikkingen, een bezwaarschrift werd ingediend tegen de beslissing van de gemeenteraad van 8 november 1993 waarbij werd verklaard dat een partiële herziening van het bestemmingsplan 'Leeuwarden, Uitbrei dingsplan Noord en Oostwordt voorbereid voor het perceel Dennenstraat 14 te Leeuwarden ten behoeve van het realise ren van een hobbyruimte; overwegende dat het bezwaarschrift, ingevolge artikel 2 van de Procedureverordening raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften, om advies in handen is ge steld van de raadsadviescommissie voor de beroep- en be zwaar schri f ten dat de commissie in haar advies van 22 maart 1994 bijlagenr. 94 hem adviseert het bezwaarschrift onge grond te verklaren; dat hij zich met de overwegingen en het advies van de commissie kan verenigen; gelet op de Wet Administratieve Rechtspraak Overheidsbe schikkingen en de Procedureverordening raadsadvies commissie voor de beroep- en bezwaarschriften; BESLUIT: het bezwaarschrift van mevrouw J. de Boer-Boomsma onge grond te verklaren. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1994 | | pagina 337