gemeente zodanig verslechterd, dat het gemeentebestuur gedwongen was tot
het maken van keuzes in het doen van uitgaven. Er is sprake van een
gewijzigde situatie die op het tijdstip van het beschikbaar stellen van het
krediet niet voorzien was.
Bovendien heeft de Raad besloten een onderzoek te laten verrichten naar de
mogelijkheid tot vermindering van het aantal buurt- en wijkaccommodaties in
de gemeente. De Raad acht het onverantwoord om over te gaan tot uitbreiding
van accommodaties, terwijl er een gerede kans bestaat dat in 1994 besloten
wordt tot het sluiten van accommodaties. Tevens heeft het verminderde
budget voor organisatie- en activiteitensubsidies een rol gespeeld bij de
afweging tot het al dan niet afzien van de bouw van het buurthuis in de
Meenthe
Tot juni 1993 mocht ervan worden uitgegaan dat een buurthuis in de Meenthe
zou worden gerealiseerd. De situatie is echter op een zodanige onvoorzien
bare wijze veranderd dat de Raad genoodzaakt was tot het maken van keuzes.
Het raadsbesluit kon in redelijkheid worden genomen.
4Terinzagelegging van de stukken van de hoorzitting
De achterliggende stukken hebben vanaf 9 februari 1994 ter inzage gelegen
en zijn aan reclamante toegezonden.
De hoorzitting van de raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaar
schriften heeft op 23 februari 1994 plaatsgevonden. Op deze hoorzitting
zijn de standpunten toegelicht.
5Overwegingen en advies van de commissie
Naar aanleiding van de stukken en hetgeen op de hoorzitting naar voren is
gebracht heeft de commissie het navolgende overwogen.
Het besluit van de Raad om een krediet beschikbaar te stellen betekent dat
de desbetreffende post in de begroting wordt opgenomen. Door het beschik
baar stellen van een krediet, zijn Burgemeester en Wethouders gemachtigd
tot het doen van de bewuste uitgave. Deze beslissing is daarom gericht op
enig rechtsgevolg. De beslissing van de Raad houdt echter niet de verplich
ting in om die uitgave te doen.
De vaststelling van de gemeentebegroting is een besluit van algemene
strekking. Ook het wijzigen van de begroting, waaronder tevens het laten
vervallen van één of meer begrotingsposten wordt verstaan, is een besluit
van algemene strekking. Zie hiervoor de uitspraak van de Afdeling Recht
spraak Raad van State van 4 mei 1984 (Rotterdam), AB 1984, 412. Mitsdien is
het raadsbesluit om de begroting te wijzigen, in die zin dat het eerder
beschikbaar gestelde krediet niet langer in de begroting wordt gehandhaafd,
een besluit van algemene strekking en is dit, op grond van artikel 2,
tweede lid sub a, geen beschikking in de zin van de Wet Administratieve
Rechtspraak Overheidsbeschikkingen
De commissie neemt in haar overweging mee dat de betreffende begrotingswij
ziging niet op zichzelf staat, maar deel uitmaakt van een afwegingsproces
binnen een groter geheel aan bezuinigingsmaatregelen.
2