3
De commissie is voorts van mening dat de brief van Burgemeester en Wethou
ders, waarin medegedeeld werd dat het krediet voor het bouwen van een
buurthuis niet langer beschikbaar wordt gesteld, slechts een brief van
informatieve aard is en dus geen beschikking is.
In de bijsluiter bij deze brief werd gewezen op de mogelijkheid om een
bezwaarschrift in te dienen tegen de, in de brief medegedeelde, beslissing
van de Raad. De commissie overweegt dat dit verwarrend was. De commissie is
echter van oordeel dat de algemene strekking van het besluit van de Raad,
niet door de bijsluiter wordt aangetast.
De commissie concludeert dat reclamante ook om die reden in haar bezwaren
niet kan worden ontvangen.
De commissie adviseert de Raad reclamante in haar bezwaren niet ontvanke
lijk te verklaren.
Leeuwarden, 22 maart 1994
Voorzitter,
Wnd. secretaris,
w.g.
drs. A.A.J.S. van de Gevel.
w.g.
mrWL
van Harinxma thoe Slooten