plaats van het hanteren van de 1 kaasschaafmethode1
Binnen het welzijnswerk heeft het College prioriteit toegekend aan de
subsidiëring van activiteiten in de zorgsector. Conform hiermee is besloten
om met ingang van 1995, het beschikbare budget slechts in te zetten voor
activiteiten voor jongeren, die wegens lichamelijke, geestelijke of sociale
omstandigheden niet in staat zijn aan regulere activiteiten deel te nemen.
Reguliere activiteiten in het kader van het vrijwillig jeugd- en jongeren
werk zullen niet meer door de gemeente gefinancierd worden. Activiteiten
waaraan wordt meegedaan door zowel gezonde als door gehandicapte jongeren
en ook op deze integratie zijn gericht, zullen voor gedeeltelijke financie
ring in aanmerking komen.
In 1994 zal de Verordening Vrijwillig jeugdwerk aan de beleidswijziging
worden aangepast.
4 Terinzagelegging van de stukken van de hoorzitting
De achterliggende stukken hebben vanaf 9 februari 1994 ter inzage gelegen
en zijn aan reclamante toegezonden.
De hoorzitting van de raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaar
schriften heeft op 22 februari 1994 plaatsgevonden. Op deze hoorzitting
zijn de standpunten toegelicht.
5Overwegingen en advies van de commissie
Naar aanleiding van de stukken en hetgeen op de hoorzitting naar voren is
gebracht heeft de commissie het navolgende overwogen.
Het raadsbesluit om slechts de activiteiten voor jongeren, die wegens
lichamelijke, geestelijke en sociale omstandigheden niet in staat zijn aan
reguliere activiteiten deel te nemen, te subsidiëren, is een besluit van
algemene strekking. Een zodanig besluit is, op grond van artikel 2, tweede
lid sub a, geen beschikking in de zin van de Wet Administratieve Recht
spraak Overheidsbeschikkingen.
De commissie is ook van mening dat de brief van Burgemeester en Wethouders,
waarin medegedeeld werd dat het subsidiebudget met ingang van 1995 wordt
aangewend ten behoeve van activiteiten voor jongeren die wegens lichamelij
ke, geestelijke of sociale omstandigheden niet in staat zijn aan reguliere
activiteiten deel te nemen, slechts een brief van informatieve aard en dus
geen beschikking is
In de bijsluiter bij deze brief werd gewezen op de mogelijkheid om een
bezwaarschrift in te dienen tegen de, in de brief medegedeelde, beslissing
van de Raad. De commissie overweegt dat dit verwarrend was. De commissie is
echter van oordeel dat de algemene strekking van het besluit van de Raad,
niet door de bijsluiter wordt aangetast.
De commissie concludeert dat reclamante mitsdien in haar bezwaren niet kan
worden ontvangen.
Ten overvloede merkt de commissie het volgende op.
Hoewel de subsidies op grond van de Verordening Vrijwillig jeugdwerk geen
structurele subsidies zijn, heeft de Raad ervoor gekozen de bezuinigingen
niet eerder te laten ingaan dan met ingang van 1995. Reclamante heeft
anderhalf jaar de gelegenheid gekregen om andere financieringsbronnen aan
te boren dan wel de activiteiten aan te passen of de kosten te verlagen.
De commissie is van mening dat reclamante ruim van te voren op de hoogte is
gebracht van het aanscherpen van de subsidiecriteria.
De Raad is bevoegd het beleid ten aanzien van het verlenen van subsidies te
wijzigen. Doordat alle betrokken instanties op de hoogte zijn gebracht van
de voorgenomen beleidswijziging, en inspraakmogelijkheden hadden in de
raadsadviescommissie is de commissie van oordeel
dat de besluitvorming rondom de beleidswijziging voldoet aan de eisen van
zorgvuldigheid
De gekozen beleidslijn houdt in dat activiteiten waaraan door gezonde en
gehandicapte jongeren wordt meegedaan, en ook op deze integratie zijn
gericht, voor gedeeltelijke financiering in aanmerking komen.
De commissie overweegt dat, gezien de beleidskeuze en de activiteiten van
reclamante, ervan mag worden uitgegaan dat reclamante ook in 1995 voor
(gedeeltelijke) subsidiëring, in het kader van het vrijwillig jeugdwerk, in
aanmerking komt
De commissie adviseert de Raad reclamante in haar bezwaren niet ontvanke
lijk te verklaren.
Leeuwarden, 22 maart 1994
Voorzitter,
Wnd. secretaris,
w.g.
drs. A.A.J.S. van de Gevel.
w.g.
mr. W.L. van Harinxma thoe Slooten
3