Blad 6 Verder werd deze keuze ingegeven door het niet volledig akkoord gaan van het PEL met de door ons college gestelde voorwaarden. Het PEL blijft tornen aan de financiering van de beroepskracht. Het PEL wil dit geld liever besteden aan activiteiten. Verder speelt op de achtergrond de houding van WBL*waarvan zo als gezegd alleen het PEL nog deel uitmaakt. WBL* suggereert nog steeds -door gebruikmaking van het oorspronkelijke briefpapier, waarop naast het PEL ook nog steeds het HSB en de VAC zijn ver meld- als koepelorganisatie te functioneren en weigert te er kennen, dat hiervan feitelijk geen sprake meer is. WBL* heeft daarom bezwaar aangetekend tegen de door ons ingetrokken erken ning als koepelorganisatie als bedoeld in de Subsidieverorde ning erkende woonconsumentenorganisaties. Wij zijn van mening, dat dit getuigt van weinig realiteitszin. Verder bestaat er bij WBL* onwil om instructies voortvloeiende uit de subsidie-rela tie op te volgen. Zo toont WBL*, gelet op toonzetting van de correspondentie zich niet bereid overleg met de gemeente te voeren over de besteding van het overgebleven budget van het jaar 1993. Het geld was bedoeld voor de gezamenlijke woonconsu mentenorganisaties in 1993. Het gaat niet aan om nu één partij besluitvorming i.e. het PEL hierover te laten nemen. Alles overziend komen wij tot de conclusie, dat wellicht na een "afkoelingsperiode" op grond van statutaire aanpassing op pa pier het herstel van het samenwerkingsverband PEL/HSB/VAC kon worden bewerkstelligd, maar dat de vertrouwensbreuk van dien aard is, dat een verdere lijmpoging op dit moment niet meer het beoogde effect zal kunnen hebben. Wij stellen u daarom voor de subsidie-relatie met zowel WBL als PEL te beëindigen en WCL voor subsidie in aanmerking te bren gen. Dit houdt tevens in, dat u het subsidie-verzoek van het PEL voor 1994 afwijst. Overigens wijzen wij erop, dat via de ingediende begroting door het PEL indirect ook huisvestingssub sidie wordt gevraagd, omdat restantmiddelen van het voorgaande jaar hiervoor worden ingezet. Alleen de erkende koepelorganisa tie kan hiervoor in aanmerking komen. Het moge duidelijk zijn, dat wij WBL* c.q PEL niet als zodanig erkennen. V. Intrekking of wijziging van de bestaande verordening wegens wijziging financiële basis en invulling van de randvoorwaarde van één subsidierelatie. Op 26 april 1993 hebt u bij wijze van overgangsmaatregel de subsidie-verordening geldelijke steun erkende woonconsumenten organisaties met een werkingsduur van 2 jaar voor de periode 1993-1994 vastgesteld. De verordening gaat ervan uit dat slechts subsidie kan worden toegekend als hiervoor middelen in het gemeentelijke Verdeelbe- sluit Sociale Vernieuwing zijn gevoteerd. In het kader van de recente bezuinigingsoperatie hebt u besloten geen middelen meer via het Verdeelbesluit Sociale Vernieuwing beschikbaar te stel len Het schrappen van de betreffende post was mogelijk omdat de middelen voor de regeling geldelijke steun woonconsumenten (-organisaties) niet door het Rijk zijn geoormerkt. De financiële basis voor deze verordening is daarmee in feite vervallen. Naar aanleiding van het aanbod van de zijde van de lokale woningcorporaties om het samenwerkingsverband van woon consumentenorganisaties financieel te steunen onder de voor waarde, dat ook de gemeente substantieel meefinanciert hebt u besloten in het kader van het Verdeelbesluit Stadsvernieuwing alsnog in beperkte mate geld beschikbaar te stellen. Er staan nu twee wegen open om de thans voor ogen staande sub sidierelatie te regelen. De ene mogelijkheid is volledige in trekking van de verordening geldelijke steun erkende woonconsu mentenorganisaties en de subsidiëring te laten vallen onder de Algemene Subsidieverordening. De andere mogelijkheid is de be staande verordening te wijzen en in overeenstemming te brengen met het door de gemeente voorgestane beleid. Uit een oogpunt van duidelijkheid en refererend aan de wijze waarop het PEL c.q. WBL* aankijkt tegen de bedoelingen van de gemeente, lijkt ons de keuze voor aanpassing van de bestaande verordening de beste weg. Wij hebben dit in het ontwerp-raadsbesluit uitge werkt in de vorm van een volledige vervanging van de bestaande verordening door een nieuwe met een andere titel. Ten opzichte van de huidige verordening is het volgende gewij zigd. Vanwege de randvoorwaarde van één subsidie-relatie met één samenwerkingsverband van woonconsumentenorganisaties is de reikwijdte van de verordening beperkt tot de erkende koepelor ganisatie van woonconsumenteninstellingen. Verder is de finan ciële basis gewijzigd in Verdeelbesluit Stadsvernieuwing in plaats van Verdeelbesluit Sociale Vernieuwing. De considerans van de huidige verordening waarin de Wet Sociale Vernieuwing is genoemd kan daarom ook vervallen. Met het oog op de continu ïteit is de werkingsduur van de verordening t/m het jaar 1994 geschrapt en niet nader ingevuld. Van jaar tot jaar wordt beke ken in hoeverre er middelen uit het Stadsvernieuwingsfonds wor den uitgetrokken op basis van het werkplan van de erkende koe pelorganisatie met één begroting, waarbij ook de werving van eigen middelen een beoordelingscriterium vormt voor de subsidie van de gemeente.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1994 | | pagina 376