Gemeentelijk beleid met betrekking tot wachtgeldverplich
tingen en flankerend beleid in verband met de Herwaarderin
gen 1991-1995 en 1992-1996 en de Bezuiniging 1993-1997 op
het terrein van Welzijn en Cultuur
Bijlage nr. 115
Aan de Gemeenteraad.
1. Inleiding
In het kader van de Herwaarderingen 1991-1995, 1992-1996 en
de Bezuiniging 1993-1997 hebt u diverse besluiten genomen
tot kortingen op het budget ten behoeve van instellingen op
het gebied van welzijn en cultuur. Deze bezuinigingen zul
len personele consequenties tot gevolg hebben, die gepaard
gaan met financiële uitgaven.
2. Wachtgeldverplichtingen en flankerend beleid.
Volgens de CAO's Welzijn, Kunstzinnige Vorming en Openbare
Bibliotheken hebben werknemers die als gevolg van bezuini
gingen bij instellingen op het terrein van welzijn en cul
tuur hun (vaste) baan, geheel of gedeeltelijk verliezen,
recht op wachtgeld voor een bepaalde periode. Alhoewel uit
de CAO's geen directe verplichtingen voor de gemeente kun
nen voortvloeien, is uit jurisprudentie gebleken dat de
gemeente als subsidiegever wel een verantwoordelijkheid
naar de door haar gesubsidieerde instellingen heeft. In
geval de gemeente bezuinigt op het budget van een instel
ling waardoor gedwongen ontslagen noodzakelijk zijn, wordt
de gemeente geacht de verantwoordelijkheid voor de wacht
geldverplichtingen op zich te nemen, indien de instelling
niet de mogelijkheid had daarvoor te reserveren.
Die wachtgeldverplichtingen komen globaal neer op een aan
vulling op de WW-, danwel vervolguitkering waarop een per
soon recht heeft, gedurende een periode van gemiddeld twee
drie jaar.
Over het nemen van maatregelen in het kader van flankerend
beleid zijn in de CAO's geen dwingende bepalingen opgeno
men. Werknemers hebben geen recht op deze maatregelen. Wel
is het uiteraard een zaak van verantwoord bestuur dat de
gemeente en de instelling gezamenlijk de verantwoordelijk
heid nemen om ontslagen werknemers zo goed mogelijk te her
plaatsen