Algemeen
Alvorens de diverse onderdelen van het Verdeelbesluit Sociale Vernieuwing
1994 toe te lichten moeten enkele algemene opmerkingen worden gemaakt. Dit
Verdeelbesluit Sociale Vernieuwing 1994 wordt los van het Beleidskader
Sociale Vernieuwing 1994 aangeboden. De reden daarvoor is het feit dat het
Beleidskader Sociale Vernieuwing 1994 door meerdere oorzaken pas in het
voorjaar van 1994 aan de gemeenteraad zal worden voorgelegd. Het is echter
noodzakelijk om nu al een aantal financiële beslissingen te nemen om de
continuïteit van de betreffende activiteiten niet in gevaar te brengen. In
dit Verdeelbesluit Sociale Vernieuwing 1994 worden die beslissingen ter
goedkeuring aan u voorgelegd.
Zoals bekend treedt per 1 januari 1994 de nieuwe Tijdelijke Wet Stimulering
Sociale Vernieuwing (TWSSV) in werking. Daarmee komt een einde aan de per
convenant geregelde Brede Doeluitkering Sociale Vernieuwing en wordt deze
vervangen door een rijksbijdrage uit het landelijke Fonds Sociale
Vernieuwing. De omvang van deze bijdrage is afhankelijk van de score op
vier z.g.n. maatstaven (woonruimte-, inkomens-, minderheden en de
cummulatiemaatstafen de daarbij behorende tarieven. Deze nieuwe
verdeelsystematiek brengt met zich mee dat er sprake is van een ongedeelde
geldstroom. Dit betekent concreet dat de z.g.n. oormerking eraf is.
Hiernaast is een aantal nieuwe specifiek benoemde beleidsterreinen aan de
rijksbijdrage toegevoegd waarvoor wel de separate bedragen bekend zijn. De
besteding van deze rijksbijdrage is vrij binnen de reikwijdte van de
sociale vernieuwing. Voor 1994 wordt bij de besteding van de rijksbijdrage
zoveel mogelijk het bestaande beleid als uitgangspunt genomen. Dit
uitgangspunt wordt per onderdeel van het Verdeelbesluit Sociale Vernieuwing
1994 zonodig toegelicht.