Blad 10
Spreektijd
Artikel 22
De Raad kan op voorstel van de voorzitter regelen stellen
omtrent de spreektijd der leden.
Handhaving orde; schorsing
Artikel 23
1. Een spreker mag in zijn rede niet worden gestoord, ten
zij de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvol
gen van dit reglement te herinneren. Interrupties zijn
toegestaan, tenzij de voorzitter beslist dat een spre
ker zijn betoog zonder verdere interrupties zal afron
den.
2. Indien een lid zich beledigende of onbetamelijke uit
drukkingen veroorlooft, afwijkt van het onderwerp in
behandeling, een spreker herhaaldelijk interrumpeert,
danwel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de
voorzitter tot de orde geroepen. Indien het desbetref
fende lid hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter
hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats
heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeg
gen
3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de verga
dering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en -
indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord
- de vergadering sluiten.
Beraadslaging
Artikel 24
1. De voorzitter kan voorstellen over één of meer onderde
len van een voorstel afzonderlijk te beraadslagen.
2. Op verzoek van een lid van de Raad of op voorstel van
de voorzitter kan de Raad besluiten de beraadslaging
voor een door hem te bepalen tijd te schorsen ten einde
Burgemeester en Wethouders of de leden de gelegenheid
te geven tot onderling nader beraad.
De beraadslagingen worden hervat nadat de schorsingspe
riode verstreken is
Deelname aan de beraadslaging door anderen dan de voorzit
ter of de raadsleden
Blad 11
Artikel 25
1. De Raad kan bepalen dat anderen dan de in de vergade
ring aanwezige leden van de Raad of de voorzitter deel
nemen aan de beraadslaging.
2Een besluit daartoe wordt op voorstel van de voorzitter
of één der leden van de Raad genomen alvorens met de
beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijnde
agendapunt een aanvang wordt genomen.
3 Op degene die op grond van dit artikel is toegelaten
deel te nemen aan de beraadslaging zijn de bepalingen
van dit reglement van toepassing.
Stemverklaring
Artikel 26
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de Raad tot
stemming overgaat, heeft ieder lid het recht zijn uit te
brengen stem kort te motiveren.
Beslissing
Artikel 27
Na de beraadslaging en beslissing over de eventuele amende
menten wordt over het voorstel in zijn geheel, zoals het
dan luidt, een eindbeslissing genomen.
Paragraaf 3Procedures bij stemmingen
Stemming over zaken
Artikel 28
1. Nadat de beraadslaging is gesloten of indien niemand
het woord verlangt, brengt de voorzitter het voorstel
tot besluitvorming.
2. De voorzitter vraagt of stemming wordt verlangd. Indien
geen stemming wordt gevraagd en ook de voorzitter dit
niet verlangt, stelt de voorzitter vast dat het voor
stel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen.
3 In de vergadering aanwezige leden kunnen aantekening in
de notulen vragen, dat zij geacht willen worden te heb
ben tegengestemd of zich van stemming te hebben onthou
den.
4. Indien door één of meer leden stemming wordt gevraagd,
doet de voorzitter daarvan mededeling.