Blad 16
Schriftelijke vragen
Artikel 37
1. Ieder lid kan aan de Burgemeester of aan Burgemeester
en Wethouders schriftelijk vragen stellen.
2. De vragen worden kort en duidelijk geformuleerd. De
vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij
de vragen wordt aangegeven of schriftelijke of monde
linge beantwoording wordt verlangd.
3. De vragen worden bij de voorzitter van de Raad inge
diend. Deze draagt er zorg voor dat de vragen zo spoe
dig mogelijk ter kennis van de overige leden van de
Raad worden gebracht
4. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk
plaats, in ieder geval binnen dertig dagen nadat de
vragen zijn binnengekomen. Mondelinge beantwoording
vindt plaats in de eerstvolgende raadsvergadering. In
dien beantwoording niet binnen deze termijnen kan
plaatsvinden, krijgt de vragensteller daarvan gemoti
veerd bericht, waarbij aangegeven wordt de termijn
waarbinnen beantwoording plaats zal vinden.
Dit bericht wordt behandeld als een antwoord.
5. De antwoorden worden door de voorzitter aan de leden
van de Raad medegedeeld.
6. De vragen en antwoorden worden gelijktijdig met de
stukken als bedoeld in artikel 18 aan de leden van de
Raad toegezonden.
7. De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording
in de eerstvolgende raadsvergadering en bij mondelinge
beantwoording in dezelfde raadsvergadering, na de be
handeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen
nadere inlichtingen vragen omtrent het door de Burge
meester of door Burgemeester en Wethouders gegeven ant
woord.
Inlichtingen
Artikel 38
1. Indien een lid over een onderwerp inlichtingen als be
doeld in de artikelen 171 en 182 van de Gemeentewet
verlangt, wordt een verzoek daartoe schriftelijk inge
diend bij het College van Burgemeester en Wethouders of
de Burgemeester.
2. Een afschrift van dit verzoek wordt door de indiener in
afschrift toegezonden aan de Raad.
3 De verlangde inlichtingen worden mondeling of schrifte
lijk in de in eerstvolgende of in de daaropvolgende
vergadering gegeven
Blad 17
4. De gestelde vragen en het antwoord vormen een agenda
punt voor de vergadering, waarin de antwoorden zullen
worden gegeven.
HOOFDSTUK V. BEGROTING
Procedure begroting
Artikel 39
1Onverminderd het bepaalde in de Gemeentewet geschiedt
de voorbereiding en behandeling van de begroting op de
in dit artikel omschreven wijze.
2De voorbereiding van en advisering over de begroting
vindt plaats in de raadsadviescommissies en de commis
sies van advies en bijstand aan Burgemeester en Wethou
ders, ieder voorzover het betreft de aangelegenheden
waarvoor men is ingesteld.
HOOFDSTUK VI. BESLOTEN VERGADERING
Algemeen
Artikel 40
Op een besloten vergadering zijn de bepalingen van toepas
sing die gelden voor een openbare vergadering.
Notulen
Artikel 41
1. De notulen van een besloten vergadering worden niet
rondgedeeld, maar liggen uitsluitend voor de leden ter
inzage
2. Deze notulen worden zo spoedig mogelijk in een besloten
vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze
vergadering neemt de Raad een besluit over het al dan
niet openbaar maken van deze notulen.
3 De vastgestelde notulen worden door de voorzitter en de
secretaris ondertekend.