Blad 2 In onze gemeente is, op basis van de rapporten "Mandaat op maat" en "Een opmaat tot mandaat" reeds eerder besloten zoveel mogelijk de mandaatvorm te gebruiken bij het over dragen van bevoegdheden. Het kenmerk van de mandaatvorm is, dat de verantwoordelijkheid voor het besluit niet wordt overgedragen. Mede daarom hebben wij bij besluit van 21 maart 1990 (zoals gewijzigd bij besluit van 13 augustus 1991) voor mandaatbesluiten, waarbij bevoegdheden aan amb tenaren zijn overgedragen, een Mandaatstatuut (met bijbeho rend mandaatoverzicht) vastgesteld, waarin is geregeld hoe met mandaten moet worden omgegaan. Ingevolge dit Mandaat statuut c.a. is de bevoegdheid tot het nemen van o.a. die besluiten, waarvan in het onderhavige geval sprake is, reeds (onder-gemandateerd aan enige ambtenaren van Stads ontwikkeling en Milieu. Een onderdeel van het Mandaatsta tuut is het eenmaal in de vier maanden rapporteren aan de mandataris, in casu uw Raad. Onder mededeling, dat de Commissie van Stadsontwikkeling in haar vergadering van 17 mei 1994 u heeft geadviseerd akkoord te gaan met dit voorstel tot mandatering, stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig het hierna afgedruk te ontwerp-besluit Leeuwarden, 2 juni 1994 Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, drsH.H. Apotheker Burgemeester. mw J. A. Lantermans Secretaris Nummer 8346 HD/BSK DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 2 juni 1994 (bijlage nr. 129); gelet op artikel 156 van de Gemeentewet; BESLUIT: Ide bevoegdheid tot het verkopen van de blote eigendom van erfpachtspercelen te mandateren aan het College van Burgemeester en Wethouders; II. te bepalen dat het Mandaatstatuut op dit besluit van overeenkomstige toepassing is. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1994 | | pagina 452