Blad 4
ad a. Bezuinigingstaakstelling
De toenemende werkloosheid heeft naar verwachting een
intensivering en uitbreiding van taken op het terrein
van het activerend arbeidsmarktbeleid tot gevolg.
Bij het Regionaal Bestuur voor de Arbeidsvoorziening
Friesland (RBA) vindt een heroverweging van het be
leid voor werkervaringsinstellingen plaats. Een sa
menhangende inzet van instrumenten, zowel vanuit de
gemeentelijke overheid als vanuit het RBA, is derhal
ve gewenst.
Wij zijn voornemens het activerend arbeidsmarktbeleid
verder te ontwikkelen. Daarbij zal ondermeer worden
nagegaan hoe met behulp van bespaarde uitkeringen
werk kan worden verricht dat zonder overheidssubsidie
niet wordt gedaan en of een verdubbeling van het
aantal banenpoolplaatsen mogelijk is.
Bij de uitbouw van het activerend arbeidsmarktbeleid
zal in verband met de kosten daarvan de uiterste
efficiëncy moeten worden nagestreefd. De bezuini
gingstaakstelling blijft daarom zeer actueel.
ad b. Taakstelling van 180 werkervaringsplaatsen
Over de taakstellling van het aantal werkervarings
plaatsen merken wij het volgende op. Het was oor
spronkelijk de bedoeling dat in een groeimodel zou
worden gestreefd naar de realisering van 180 be
schermde werkervaringsplaatsen binnen de werksoort
PMZW voor de doelgroep JWG, Banenpool en KRA, die
zouden worden ingericht op basis van de vraag die
door de individuele trajectbemiddeling in kaart wordt
gebracht. Het aantal van 180 plaatsen was gebaseerd
op de prognoses van grootte van de doelgroep die
instroomt in met name JWG en Banenpool en voor wie
een beschermde werkervaringsplaats noodzakelijk werd
geacht. Inmiddels blijkt uit gegevens van de Stich
ting Werkwijzer, de uitvoerende instantie van de JWG
en de Banenpoolregeling, dat de behoefte aan
beschermde werkervaringsplaatsen kleiner is dan aan
vankelijk was voorzien. Bovendien is er behoefte aan
een andere vorm van werkervaringsplaatsen dan die
welke door de huidige PMZW-instellingen worden gecre-
eerd. Hierop wordt in het vervolg van dit voorstel
teruggekomen
Blad 5
Inrichten van 180 werkervaringsplaatsen in het kader
van de werksoort PMZW is derhalve niet meer noodzake
lijk.
ad c. Inzet huidige PMZW-instellingen
Over de inzet van de huidige instellingen binnen de
werksoort voor PMZW merken wij het volgende op. Het
is gebleken dat op individuele basis een grote be
reidheid bestaat mee te werken aan uitvoering van de
herstructurering van de werksoort PMZW. De invoering
van een aanzienlijke financiële korting, gecombineerd
met een samenvoeging van de resterende activiteiten
door de betrokken instellingen, is echter niet haal
baar gebleken. Het is niet verantwoord om grote
gemeentelijke bijdragen te blijven inzetten voor in
standhouding van de afzonderlijke instellingen. Dit
leidt tot extra kosten, terwijl onvoldoende aan de
vraag kan worden voldaan.
Wij zien derhalve geen mogelijkheden om de gewenste
activiteiten onder te brengen bij een van de huidige
PMZW-ins te Hingen.
VOORSTEL
Voor de uitvoering en ontwikkeling van het activerend ar
beidsmarktbeleid zijn effectiviteit en efficiëncy noodzake
lijk. Om dit te bevorderen worden voorstellen uitgewerkt
voor samenwerking tussen de Stichting Werkwijzer en de
Dienst Sociale Werkvoorziening. De taak die aan de werk
soort PMZW is toebedeeld sluit hierop aan. Naar verwachting
zal de winst van samenwerking tussen DSW en Stichting Werk
wijzer verhogen als ook de taak van de werksoort PMZW in
dit proces wordt betrokken.
Voorts willen wij u nog op het volgende wijzen.
1. Financiële risico's als gevolg van wijzigingen regelge
ving JWG
De wijzigingen per 1 september 1994 in de regelgeving
van de JWG brengen een aantal financiële risico's voor
de gemeente met zich mee.
De JWG wordt gewijzigd om de zogenaamde leegloop te be
perken. Onder leegloop wordt verstaan dat een jongere
wel een dienstverband met de Stichting Werkwijzer
heeft, maar geen baan binnen de JWG heeft. De beoogde
sluitende aanpak kan dan niet worden gerealiseerd.