Blad 8 Uit de subsidies in het kader van de werksoort PMZW worden ook uitgaven gedekt voor de uitvoering van het Bureau Soci aal Raadslieden op de onderdelen overhead en huisvesting. De taken van het BSR zullen worden overgenomen door de nieuwe welzijnsinstelling die naar verwachting in 1994 haar beslag krijgt. Subsidiëring van genoemde onderdelen vanuit de werksoort PMZW zal echter tot uiterlijk januari 1995 mogelijk zijn. 4.1.2. Stichting Jongeren Werk Leeuwarden De Stichting JWL voert in het kader van de werksoort PMZW een project uit voor ongeveer 2 0 JWG-jongeren uit de eigen doelgroep. De geringe schaal van het JWL-project, de slech te huisvestingssituatie van de Stichting, de onvoldoende inrichting van de werkplaatsen en de toekomstige positie van de overige onderdelen van het jongerenwerk bieden on voldoende basis om het project voort te zetten. De huidige doelgroep van de Stichting JWL kan doorstromen naar andere werkervaringsplaatsen of indien nodig worden geplaatst op werkervaringstrajecten binnen het samenwerkingsverband DSW/Stichting Werkwijzer. Aangezien de Stichting JWL geen andere activiteiten uit voert binnen de werksoort PMZW, zal de subsidierelatie voor dit onderdeel derhalve met ingang van 1 januari 1995 worden beëindigd 4.1.3. Stichting De Opstap De Stichting De Opstap biedt aan 40 tot 50 werklozen in het kader van de Kaderregeling Arbeidsinpassing (KRA) van het Arbeidsbureau gelegenheid tot het opdoen van werkervaring. De loonkosten van de KRA-deelnemers worden betaald door het Arbeidsbureau, de overhead van de Stichting uit de gemeen telijke middelen voor de werksoort PMZW. Bij De Opstap doen eveneens 10 jongeren in het kader van de JWG werkervaring op voor de periode van maximaal 1 jaar. In aansluiting op bovengenoemde voorstellen is er geen noodzaak meer om aan de Stichting De Opstap een structureel subsidie toe te kennen. De huidige subsidierelatie met De Opstap zal met ingang van 1 januari 1995 worden beëindigd. De Opstap wordt daarmee voor de uitvoering van KRA-plaatsen afhankelijk van inkomsten uit andere hoofde. Gedacht kan daarbij worden aan middelen van het RBA en het Europees Sociaal Fonds. Ook is de mogelijkheid aanwezig dat De Opstap werkervaringsprojecten op verzoek van het toekom stige samenwerkingsverband DSW/Stichting Werkwijzer en voor een nader over een te komen prijs uitvoert. Blad 9 In dat geval kan voor de kosten van uitvoering daarvan door de instelling een beroep worden gedaan op een bijdrage uit daarvoor beschikbare gemeentelijke middelen voor additione le werkgelegenheid. Tenslotte moet niet worden uitgesloten dat in de jaren 1995 en daarna de vraag naar extra werkervaringsplaatsen toe neemt 4.2. Consequenties Consequentie van de onder 3 geactualiseerde beleidsuit gangspunten is dat er geen noodzaak meer is om met financi ële middelen van de werksoort PMZW activiteiten bij de hui dige gesubsidieerde instellingen in stand te houden en dat de subsidierelatie vanuit de werksoort PMZW kan worden be ëindigd. Over de beëindiging van de gemeentelijke subsidie merken wij nog het volgende op. Volgens de bepalingen van de Alge mene Subsidieverordening dient een redelijke overgangster mijn in acht te worden genomen. Hoewel de PMZW-instellin gen sinds augustus 1992 op de hoogte zijn van de herstruc turering en de inhoud daarvan, is 1 januari 1995 als datum van beëindiging van subsidie redelijk te noemen. Hiermee worden tevens alle 3 instellingen in een wat beëindiging van de subsidie betreft gelijke positie gebracht. Als gevolg van de beëindiging van de gemeentelijke subsidie bestaat de mogelijkheid dat besturen van de gesubsidieerde instellingen zullen moeten overgaan tot ontslag van het in dienst zijnde personeel. Voor de eventueel hieruit voortvloeiende wachtgeldverplich tingen kan een beroep worden gedaan op de hiervoor gereser veerde gemeentelijke middelen en de middelen voor flanke rend beleid op het terrein van welzijn en cultuur. Resumerend stellen wij u voor de subsidies vanuit de werk soort PMZW aan de Stichting PMZW, de Stichting JWL en de Stichting De Opstap met ingang van 1 januari 1995 te beëin digen Voor 1994 hebt u nog geen besluit genomen over subsidietoe kenning van de afzonderlijke instellingen. Hierop gaan wij in hoofdstuk 5 nader in.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1994 | | pagina 494