Blad 2 Daarnaast is het van belang, dat het profijt voor een be paalde onroerende zaak wordt bepaald op basis van objectie ve criteria, zoals ligging, bestemming en gebruiksmogelijk heid. Elementen, zoals de feitelijke wijze van gebruik of bebouwing, zijn daarbij niet aan de orde. Het komt de laatste tijd (ook landelijk gezien) echter steeds vaker voor, dat de privaatrechtelijke wijze van in tegraal kostenverhaal (via de grondprijzen de exploitatie overeenkomsten) niet haalbaar blijken te zijn. In dat geval is er een fiscaal instrument beschikbaar en wel door middel van het invoeren van een bouwgrondbelasting volgens artikel 222 van de Gemeentewet. De bouwgrondbelasting geeft gemeenten de mogelijkheid de kosten van de nog te treffen voorzieningen (dus de infra structurele voorzieningen, waaronder begrepen het verwerven van grond) via een belasting geheel of gedeeltelijke om te kunnen slaan over de in een bepaald exploitatiegebied gele gen onroerende zaken, indien het niet mogelijk blijkt die kosten via een overeenkomst te verhalen. De bouwgrondbelasting kan als een sluitstuk van diverse kostenverhaalmogelijkheden worden beschouwd en dient dus tot zekerheid om in voorkomende gevallen kosten te kunnen verhalen van eigenaren van onroerende zaken, die door het treffen van de gemeentelijke voorzieningen zijn gebaat. Wij verwachten, dat het in het uitbreidingsgebied Hempens- Teerns niet uitgesloten is, dat problemen ontstaan met be trekking tot kostenverhaal. Wij achten het daarom gewenst een principe-besluit te nemen tot het invoeren van een bouwgrondbelasting om de hiervoor vermelde redenen. Alvorens echter daadwerkelijk tot invoering van een bouw grondbelasting kan worden overgegaan, dient eerst een "bekostigingsbesluit" te worden genomen. Een bekostigingsbesluit houdt in dat de Gemeenteraad aan geeft in welke mate de met de voorzieningen gepaard gaande kosten door middel van een bouwgrondbelasting zullen worden verhaald Tot de daadwerkelijke invoering van de bouwgrondbelasting kan worden overgegaan, zodra met de uitvoering (het treffen van voorzieningen) een aanvang wordt genomen, doch uiter lijk twee jaren nadat de voorzieningen geheel zijn vol tooid. Naar gelang van de ontwikkelingen is het mogelijk alsnog te besluiten af te zien van de invoering van de be lasting. Deze beslissing is afhankelijk van een aantal fac toren, bijvoorbeeld: Blad 3 1. is de gemeente in staat om alle benodigde gronden voor de realisatie van een bestemmingsplan te verwerven. Indien dit het geval is, is kostenverhaal niet aan de orde 2. indien verwerving van alle gronden niet mogelijk is en/of sprake is van profijt van onroerende zaken, die in eigendom zijn van derden, zal in eerste instantie worden getracht te komen tot kostenverhaal op basis van een exploitatie-overeenkomst. Pas als de onder 1. en 2genoemde mogelijkheden geen suc ces hebben, zal de noodzaak bestaan om te komen tot invoe ring van een bouwgrondbelasting. De Belastingverordening kan aangeven of de belasting geldt voor het gehele, danwel voor een deel van het exploitatiegebied. Deze aspecten zijn nu (nog) niet aan de orde. Wil de gemeente echter het instrument "bouwgrondbelasting" hanteren, dan is het in eerste instantie noodzakelijk een "bekostingingsbesluit" te nemen. Een bekostigingsbesluit dient tevens in het belang van de rechtszekerheid voor de toekomstige belastingplichtigen. Toekomstige belasting plichtigen worden op deze manier geïnformeerd over de vraag of zij in de toekomst mogelijk zullen worden betrokken in de heffing van een bouwgrondbelasting. Indien een bekostigingsbesluit niet of niet tijdig wordt genomen, is een latere invoering van de belasting niet meer mogelijk. "Niet tijdig" houdt in dit verband in, alvorens met het treffen van de voorzieningen een aanvang wordt ge nomen AANDUIDING PROFIJTGEBIED In het besluit dient een aanduiding te worden gegeven van het gebied, waarin de onroerende zaken zijn gelegen die als gevolg van het treffen van voorzieningen van openbaar nut geschikt of beter geschikt worden voor bebouwing of in een voordeliger positie komen te verkeren. Op de bij dit besluit behorende kaart is dit gebied, dat overeenkomt met het gehele uitbreidingsgebied Hempens-Teernsnader aange duid. Wij wijzen erop dat de thans aangegeven gebiedsaanduiding niet mag worden beschouwd als de specifieke aanduiding van de gebate onroerende zaken, zoals deze te zijner tijd in een eventuele verordening op de bouwgrondbelasting zal wor den opgenomen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1994 | | pagina 103