Blad 2 Het gaat hier om het tegengaan van te goedkoop dan- wel te duur wonen ten opzichte van het inkomen. Het betreft hierbij ook het minimaliseren van de woon lasten. Er bestaat dus een nauwe relatie met het gemeentelijk fiatteringsbeleid inzake de toekenning van individuele huursubsidie (IHS) 2. Beoordeling beleidsplan woonruimteverdeling in relatie met het gemeentelijk beleid. Uitgangspunt voor een inhoudelijke beoordeling vormt de erkenning van de zelfstandige positie van de woningcor poraties in het kader van nieuwe wetgeving. Daarbij is van belang te weten, dat de gemeente wettelijk verant woordelijkheid draagt voor de lokale volkshuisvesting in zijn geheel. Het woonruimteverdelingsbeleid maakt daar deel vanuit. Dit hoeft niet te betekenen, dat de gemeente zich tot in detail met woningtoewijzing dient te bemoeien. De woningcorporaties zijn primair verant woordelijk voor de individuele woningtoewijzing. Deze verantwoordelijkheden over en weer vragen wel om over leg en erkenning van eikaars positie. Wij menen, dat daarvan in de Leeuwarder situatie sprake is. In grote lijnen kunnen wij ons vinden in de nieuwe opzet van de woonruimteverdeling in de sociale sector. Wij hebben het vertrouwen, dat door de keuze van een advertentie-systeem gebaseerd op het "Delftse model" en mede door het inspelen op de nieuwe wetgeving de huis vesting van de doelgroepen van beleid goed kan worden geregeld. Toetsing kan achteraf plaatsvinden op basis van verslaglegging, bij voorkeur aan de hand van de daarover gemaakte prestatie-afspraken. Een aantal belangrijke zaken springt daarbij in het oog aUrgente woningzoekenden worden binnen 3 maanden buiten het advertentie-circuit om geholpen aan passende woonruimte, waarmee de urgentie wordt opgelost. De corporaties stellen naar evenredigheid woonruimte hiervoor beschikbaar. b. De verhouding inkomen/huur vormt een belangrijk toewijzingscriterium, hetgeen van belang is voor de woonlasten en het IHS-fiatbeleid c. Alle woningzoekenden krijgen inzicht in het totale vrijkomende aanbod tot f 650,--. Boven deze grens maken de corporaties zelf uit of nog geadverteerd wordt of dat er van andere marketing-methoden ge bruik wordt gemaakt, waaronder balieverhuur Blad 3 d. Er wordt slechts onderscheid gemaakt tussen plaats bare en niet-plaatsbare woningzoekenden. Over de problematiek rond wanbewoning en schulden hebben de corporaties in een afzonderlijk notitie interessan te voorstellen gedaan aan alle betrokken instellin gen. Ook de gemeente wordt om een standpunt ge vraagd. Hier wordt in het vervolg van deze raads- brief onder punt 4 op teruggekomen. e. Aangezien het hier nog gaat om een beleidsplan, zijn er inmiddels tot het tijdstip van invoering nog een aantal onderwerpen verder uitgewerktOp het moment van vaststellen van deze raadsbrief waren deze uitwerkingen ons nog niet allemaal be kend. Volgens plan zal het systeem nog deze maand effectief gaan draaien. In lijn met het verantwoor dingsprincipe van het BBSH stellen wij ons daarom voor om het gehele systeem na afloop van het jaar 1995 te evalueren. Voor een verdere inhoudelijke beoordeling en een toetsing aan de aanbevelingen uit het rijksinspec tierapport van 1991 verwijzen wij kortheidshalve naar de ter inzage gelegde nota. Het geheel overziend stellen wij u voor in hoofd lijnen met het beleidsplan van de Leeuwarder wo ningcorporaties in te stemmen en dit als basis te laten dienen voor een nieuw woonruimteverdelings- systeem onder mededeling dat wij ten aanzien van een aantal kanttekeningen, die in deze raadsbrief en de ter inzage gelegde nota is gemaakt nog over leg voeren met de woningcorporaties met het oog op de uitwerking van een overeenkomst, zoals hierna verder wordt uiteengezet. 3Relatie met de Huisvestingswet (HVW) en het Besluit beheer sociale huursector (BBSH) In de HVW worden de grenzen van de overheidsbemoeienis op het gebied van de woonruimteverdeling getrokken en staat de zelfredzaamheid van de woningzoekende en de andere marktpartijen voorop. Alleen wanneer er een situatie dreigt, dat woningzoekenden met een zwakke positie op de woningmarkt onvoldoende gehuisvest kunnen worden, valt overheidsbemoeienis te rechtvaardigen. De gemeente zou in dat geval een verordening kunnen vaststellen. Rekening houdend met de recentelijk ge voerde kerntakendiscussie en verder in aanmerking nemend, dat Leeuwarden op basis van de inmiddels ver vallen Woonruimtewet vanwege de woningmarktsituatie

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1994 | | pagina 114