Blad 4 Deze vermindering bedraagt bij een invaliditeitsgraad van 65% tot 80% 80% 55% tot 65% 60% 45% tot 55% 50% 35% tot 45% 40% 25% tot 35% 30% 15% tot 25% 20% minder dan 15% 0%. De som van het in de eerste volzin bedoelde pensioen, danwel de uitkering en het verminderde wachtgeld bedraagt voorts niet meer dan het onverminderde wacht geld dat wordt genoten, indien er geen sprake is van samenloop Ingeval van overschrijding wordt het overschrijdende bedrag op het wachtgeld in mindering gebracht 2. Indien de belanghebbende aanspraken heeft of verkrijgt op een uitkering krachtens de Werkloosheidswet of de Ziektewet, wordt gedurende de termijn waarover die aan spraken bestaan, het wachtgeld slechts uitbetaald voor zover het evenbedoelde uitkeringen te boven gaat Artikel 2 0 1Het recht op wachtgeld vervalt amet ingang van de eerste dag van de kalendermaand volgende op die waarin de belanghebbende de leeftijd van 6 5 jaar heeft bereikt; b. op de dag van het overlijden van de belanghebbende; c. op de dag dat belanghebbende de in artikel 9, tweede en derde lid, bedoelde inschrijving teniet doet of nalaat haar op de door het Arbeidsbureau, danwel de buitenlandse instantie van arbeidsbemiddeling bepaalde tijdstippen te doen verlengen; d. op de dag dat betrokkene als ingeschrevene bij het Arbeidsbureau, danwel de buitenlandse instantie van arbeidsbemiddeling verzuimt gevolg te geven aan een oproeping of aanwijzing van die organisatie, danwel die instantie, die kan leiden tot het verkrijgen van werk dat voor hem passend kan worden geacht, danwel weigert dergelijk werk te aanvaarden. 2Het recht op wachtgeld vervalt met ingang van de eerste dag van de tweede maand volgende op die waarin de be trokkene in de zin van artikel E 1 of artikel U 15 van de Pensioenwet uit hoofde van ziekten of gebreken blij vend ongeschikt is verklaard de betrekking te vervullen waaruit hem met recht op wachtgeld ontslag is verleend, waarbij een pensioen is berekend naar een algemene in validiteit van 80% of meer. Blad 5 Artikel 3a, derde lid, is van overeenkomstige toepas sing, met dien verstande dat van dit wachtgeld de duur, voorzover deze wordt bepaald aan de hand van artikel 5, en de hoogte worden vastgesteld te rekenen vanaf de datum van ontslag. Onder vernummering van artikel 25 tot artikel 26 wordt een nieuw artikel 25 toegevoegd, luidende: Artikel 25 De artikelen 1, 3a, 12, eerste en tweede lid, 16 en artikel 20, tweede lid, hebben terugwerkende kracht tot en met 1 augustus 1993. Artikel II De Uitkeringsverordening wordt als volgt gewijzigd. Artikel 1 Lid 1 komt als volgt te luiden: In dit hoofdstuk wordt verstaan onder belanghebbende, A. de gewezen ambtenaar aan wie ontslag is verleend a. op grond van artikel H 7 van het Algemeen Ambtena renreglement uit een betrekking waarin hij tijdelijk was aangesteld, terwijl die aanstelling minder dan vijf jaren heeft geduurd, danwel is geschied in een betrekking van kennelijk tijdelijke aard; b. op een andere grond genoemd in hoofdstuk H van het Algemeen Ambtenarenreglement met uitzondering van artikel H 12, mits dat ontslag niet op eigen verzoek is geschied en evenmin aan eigen schuld of toedoen is te wijten; en die aan dat ontslag geen recht op een uitkering in gevolge artikel H 6 kan ontlenen; B. de gewezen werknemer, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, d of e van de Arbeidsovereenkomstenverordening 1994, met wie de arbeidsovereenkomst is beëindigd anders dan op grond van een dringende reden in de zin van art. 1639 pBW of op eigen verzoek. Artikel 4 1. Het zevende lid, onderdeel a, komt als volgt te luiden: a. indien de belanghebbende terzake van het ontslag recht heeft op pensioen, berekend naar een algemene invaliditeit van 80% of meer; 2. Het zevende lid, onderdelen b tot en met e, worden ge letterd c tot en met f;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1994 | | pagina 134