Blad 8
Artikel 22
Indien de belanghebbende aanspraken krijgt op een uitkering
krachtens de Werkloosheidswet of de Ziektewet worden gedu
rende de termijn waarover die aanspraken bestaan, de op
grond van deze regeling toegekende uitkeringen niet
uitbetaald
Artikel 25
1. Het eerste lid, onderdeel a, vervalt en de onderdelen b
tot en met d worden geletterd a tot en met c.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2Het recht op uitkering eindigt met ingang van de
eerste dag van de tweede maand volgende op die waar
in de betrokkene in de zin van artikel E 1 of arti
kel U 15 van de Pensioenwet uit hoofde van ziekten
of gebreken blijvend ongeschikt is verklaard de be
trekking te vervullen, waaruit hij met recht op uit
kering is ontslagen, waarbij een pensioen is bere
kend naar een algemene invaliditeit van 80% of meer.
Artikel 4, achtste lid, is van overeenkomstige toe
passing, met dien verstande dat van deze uitkering
de duur, voorzover deze wordt bepaald aan de hand
van artikel 6, en de hoogte worden vastgesteld te
rekenen vanaf de datum van ontslag.
Onder vernummering van artikel 2 9 tot artikel 3 0 wordt een
nieuw artikel 29 toegevoegd, luidende:
Artikel 29
De artikelen 1, 4, zevende en achtste lid, 12, eerste en
tweede lid, 21, 22 en 25, tweede lid, hebben terugwerkende
kracht tot en met 1 augustus 1993.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris
Betaald- en belanghebbenden-parkeren rond het centrum
(schilparkeren)
Bijlage nr. 192
Aan de Gemeenteraad.
Inleiding
Zoals bekend, richt het in het kader van de Vervoerregio
Friesland tot stand gekomen regionaal verkeers- en ver
voersplan zich met name op -het op verantwoorde wijze beper
ken van de groei van de automobiliteit en het verbeteren
van de leefbaarheid en de bereikbaarheid. Deze gezamenlijke
aanpak van de verkeers- en vervoerproblematiek sluit aan
bij het door het Rijk gepubliceerde Tweede Structuurschema
Verkeer en Vervoer. De maatregelen die in het uitvoerings-
programma staan, zijn o.a. gericht op een stringenter
parkeerbeleid door middel van het minimaal stabiliseren van
de parkeercapaciteit en uitbreiding van gebieden waar voor
het parkeren betaald moet worden c.q. waar een vergunning
noodzakelijk is, en het opleggen van scherpere parkeernor-
men bij bouwaanvragen
Teneinde aan een en ander nader inhoud te geven, heeft u in
uw vergadering van 25 mei 1992 (bijlage nr. 119) een kre
diet beschikbaar gesteld ten behoeve van het opstellen van
het Parkeerbeleidsplan c.a.
Naast het Parkeerbeleidsplan en de invoering van fiscale
afdoening van betaald parkeren, gaat het hierbij om de
invoering van betaald- en belanghebbenden parkeren rond het
centrum.
Bij het aanscherpen van de parkeernormen en dus het beper
ken van de parkeermogelijkheden voor bedrijven en voorzie
ningen kan zich het probleem voordoen dat de parkeerdruk
zich verplaatst naar de omliggende woongebieden (in Leeu
warden geldt dit met name voor de schilgebieden)In het
Tweede Structuurschema Verkeer en Vervoer, deel d wordt
hier ook op gewezen. Invoering van een systeem van belang
hebbenden-parkeren biedt hier uitkomst. Het invoeren van
een dergelijk systeem kan voor de gemeente evenwel een
aanzienlijke lastenverzwaring betekenen (uitbreiding par-
keercontrole en administratieve verwerking van de vergun
ningen/ontheffingen)
In het algemeen voorziet het belanghebbenden-parkeren, in
welke vorm dan ook, in voldoende parkeermogelijkheden voor
bewoners en, indien mogelijk, andere belanghebbenden;