Blad 2
Uitgegaan wordt van:
- het bestaande parkeerbeleid in Leeuwarden (o.a. beleid
dat gericht is op een goede bereikbaarheid van de bin
nenstad met het oog op de economische ontwikkeling van
Leeuwarden en een beperking van de groei van het auto
verkeer)
- de ontwikkelingen op landelijk, provinciaal en vervoer-
regionaal niveau;
- de thans onderkende parkeerproblemen die om een oplos
sing vragen;
- de actueel beschikbare informatie.
In het Parkeerbeleidsplan worden de volgende voorstellen
gedaan
Regionaal beleid
In uw vergadering van 17 september 1992 (bijlage nr. 201)
hebt u, met inachtneming van enkele opmerkingen, die
gemaakt zijn in het betreffende raadsvoorstel, ingestemd
met het Raamplan van de Vervoerregio Friesland.
In het kader van dit plan wordt voor wat betreft het onder
deel gemeentelijk parkeerbeleid voorgesteld over te gaan
tot
- het voeren van een locatiebeleid voor bedrijven en voor
zieningen;
- het hanteren van parkeernormen
Locatiebeleid voor bedrijven en voorzieningen
In de Vervoerregio Friesland is afgesproken dat aan een
A-locatie en een B-locatie een parkeernorm verbonden wordt
van respectievelijk 10 - 20 en van 20 - 40 parkeerplaatsen
per 100 werknemers. Deze parkeernorm geeft het maximum aan
tal parkeerplaatsen aan dat gerealiseerd mag worden. Bij
een C-locatie dient voorzien te worden in de eigen par-
keerbehoefteEen minder grove parkeernormering, waarbij
rekening wordt gehouden met plaatselijke omstandigheden,
kan berekend worden met een voor de vervoerregio ontwikkeld
computermodel
Parkeernorm
De parkeernorm c.q. de parkeerbehoefte voor bedrijven, in
stellingen en gebieden wordt berekend met behulp van een
computermodel dat ontwikkeld is, in opdracht van de Ver
voerregio Friesland en de gemeente Leeuwarden, door het
verkeersadviesburo Diepens en OkkemaBij bouw- of verbou-
wingsaanvragen zal een parkeernorm geëist worden die met
dit model berekend isIn het model wordt rekening gehouden
met lokale omstandigheden zoals de kwaliteit van het open
baar vervoer en fietsvoorzieningen
Blad 3
De parkeernorm geeft het aantal parkeerplaatsen aan dat
gerealiseerd moet worden. Het is niet toegestaan meer par
keerplaatsen aan te leggen dan de parkeernorm die met het
model is berekend. Indien de parkeernorm niet gerealiseerd
kan worden dient het tekort aan parkeerplaatsen "afgekocht"
te worden. Uitgangspunt in het model is een beperking van
de groei van het autoverkeer.
Verkeers-Milieu-Plan
Door uitvoering van de maatregelen van het Verkeers-Milieu-
Plan wordt de toename van de nadelige gevolgen van het au
toverkeer beperkt. Zo zal de groei van de parkeerbehoefte
jaarlijks afgeremd worden met 10 parkeerplaatsen. Dit
wordt o.a. bereikt door het afsluiten van een aantal stra
ten voor het autoverkeer.
In de eerste fase (afsluiten voor autoverkeer van de lus
Uniabuurt - Berlikumermarkt - Groentemarkt - Brol - Over de
Kelders en de lus Groot Schavernek - Nieuwestad - Wirdumer-
dijk) zullen 78 openbare betaalde parkeerplaatsen verdwij
nen. In de tweede fase (afsluiten Tuinen z.z. tussen de
Voorstreek en Turfmarkt) zullen 8 openbare betaald parkeer
plaatsen verdwijnen. In totaal verdwijnen 86 parkeerplaat
sen. Hierdoor ontstaat jaarlijks een inkomstenderving. Het
verdwijnen van deze parkeerplaatsen zal door de effecten
van het VMP na 8 jaar gecompenseerd worden. In die perio
de van 8 jaar dient wel rekening gehouden te worden met
vervangingskosten voor het jaarlijkse tekort aan parkeer
plaatsen tengevolge van het VMP.
Parkeerbehoefte
Met het computermodel is de parkeerbehoefte voor de binnen
stad en een aantal schilgebieden, waar voorstellen voor een
parkeerregulering gemaakt zijn, berekend. Het blijkt dat
het aantal aanwezige openbare parkeerplaatsen niet in over
eenstemming is met de berekende parkeerbehoefteOp dit
moment bestaat er in de binnenstad een tekort van 259 par
keerplaatsen. Uitgaande van de maatregelen die landelijk,
regionaal en lokaal (o.a. via het Verkeers-Milieu-Plan)
worden uitgevoerd zal de behoefte aan parkeerplaatsen jaar
lijks groeien met ca. 35. Bij ongewijzigd beleid zou de
behoefte aan parkeerplaatsen jaarlijks groeien met ca. 90.
Voorgesteld wordt, uitgaande van gewijzigd beleid, de par-
keercapaciteit over 2 jaar met ca. 400 plaatsen uit te
breiden. Gelet op de maatregelen die uitgevoerd zullen wor
den in het kader van het Verkeers-Milieu-Plan en de huidige
parkeerbezettingen zal deze uitbreiding in eerste instantie
gerealiseerd moeten worden aan de noordwestzijde van de
binnenstad (200 plaatsen op of nabij het Oldehoofsterkerk
hof aan de noordoostzijde van de binnenstad (100 plaatsen