Principebesluit tot het onderbrengen van het bestuur van het Gemeentelijk Muziekinstituut Leeuwarden in een be stuurscommissie ex artikel 82 van de Gemeentewet en verwer ving van huisvesting ten behoeve van de kunstzinnige vor ming Bijlage nr. 203 Aan de Gemeenteraad. I. INLEIDING. In het kader van de Herwaardering 1992-1996 hebt u besloten de jaarlijkse budgetten voor de kunstzinnige vorming met ingang van 1994 te verlagen met een bedrag van f 600.000,=. Daarbij hebt u uitgesproken de totstandkoming van één ge combineerd instituut voor de kunstzinnige vorming te willen bevorderen, mits de betrokken partners dat zelf ook wense lijk zouden vinden. Zoals wij hebben vermeld in ons voor stel 'Bezuinigingen inzake het Gemeentelijk Muziekinstituut en vaststellen van tarieven ter zake' d.d. 6 mei 1993, heb ben de betrokken partijen hierover tijdens een 'brainstorm- dag' van op 4 maart 1993 overeenstemming bereikt; bestuurs- en directievertegenwoordigers van GML, Blauwe Stoep en stichting Kunstwerkplaats Vredeman de Vries stelden zich op het standpunt dat één instituut voor de kunstzinnige vor ming een meerwaarde kan hebben en zij waren daarom bereid de mogelijkheden tot de vorming van één instituut te onder zoeken In vervolg hierop hebben wij de directeur van de Dienst Welzijn gevraagd de privatisering van het GML voor te be reiden en daarover nader te rapporteren. Hiertoe is een werkgroep in het leven geroepen, bestaande uit vertegen woordigers van het GML, stichting Kreativiteitscentrum De Blauwe Stoep, stichting Kunstwerkplaats Vredeman de Vries en enkele ambtenaren. Deze werkgroep stuitte op een aantal problemen: volledige privatisering van het GML bleek in financiële zin dermate omvangrijke financiële consequenties te hebben (vanwege onder andere de netto/netto-garantie bij overgang van het personeel naar de CAO-kunstzinnige vorming en de IZA-afkoopsom) dat directe privatisering niet haal baar werd geacht Teneinde de totstandkoming van een gecombineerd instituut voor de kunstzinnige vorming toch te bevorderen, hebben wij vervolgens twee opties nader onderzocht die de beoogde si tuatie in belangrijke mate zouden kunnen benaderen, zonder dat deze zouden verplichten tot enorme afkoopsommen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1994 | | pagina 188