II De in Categorie B I genoemde opslag moet worden verhoogd met
een opslag voorzover het betreft de niet bebouwde, voor be
drijfsdoeleinden bestemde terreinen bij bouwwerken c.q. inrich
tingen als bedoeld in artikel 6.1.1., eerste lid, sub a van de
"Bouwverordening 1993".
opslag bedraagt voor terreinen met
een oppervlakte
van
minder dan
500
m2
f
100, -
500 m2 tot en met
1999
m2
f
200 -
2.000 m2 tot en met
4 999
m2
f
300, -
5.000 m2 of meer
f
300, -
vermeerderd met per 5.000 m2 of
gedeelte daarvan
f
50, -
8.1.4
Tijdelijke vergunning
Het in onderdeel 8.1.1. genoemde bedrag wordt verhoogd met de
bedragen genoemd in onderdeel 8.1.5 indien en voorzover deze op
het bouwwerk of de inrichting, waarop de aanvraag betrekking
heeft, van toepassing is.
De verhoging als bedoeld in onderdeel 8.1.4. bedraagt voor:
Categorie C
Bouwwerken c.q. inrichtingen als bedoeld in artikel 6.1.1. van de
"Bouwverordening 1993" c.q. artikel 2.1.1. van de "Brandbeveili-
gingsverordening 1993" voorzover het betreft tijdelijke bouwwerken
of inrichtingen voor een periode van
maximaal drie dagen gratis
vier tot en met zeven dagen f 200 --
meer dan zeven dagen f 200,--
vermeerderd met per week of gedeelte daarvan f 100,--
Behoort bij het raadsbesluit van november 1994, nr. 16485 tot vaststel
ling van de Legesverordening 1995.
De gemeentesecretaris
Nummer 16486
JV/JG
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van
27 oktober 1994 (bijlage nr. 210)
gelet op artikel 226 Gemeentewet;
BESLUIT:
vast te stellen:
VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN
HONDENBELASTING 1995
Voorwerp der belasting
Artikel 1
Onder de naam "hondenbelasting" wordt een directe belasting
geheven ter zake van het houden van een hond binnen de ge
meente
Belastingplicht
Artikel 2
1. Belastingplichtig is de houder van een hond.
2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke ti
tel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt
dat een ander de houder is.
3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden
wordt aangemerkt als het houden van een hond door een
door het College van Burgemeester en Wethouders aan te
wijzen lid van dat huishouden.