er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht,
nog volle kalendermaanden overblijven.
3 Indien de belastingplicht met betrekking tot het eigen
dom voor het recht als bedoeld in artikel 2, eerste
lid, onderdeel b, in de loop van het belastingjaar ein
digt, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel
twaalfde gedeelten van het voor dat jaar verschuldigde
recht als er in dat jaar, na het einde van de
belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblijven.
4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien
de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist en
aldaar een ander eigendom in gebruik neemt
5. Belastingbedragen van minder dan f 20,- worden niet
geheven. Voor toepassing van de vorige volzin wordt het
totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen
rioolrecht en of andere heffingen aangemerkt als één
belastingaanslag
Voorlopige aanslag
Artikel 11
Ter zake van het recht bedoeld in artikel 6, tweede lid,
kan een voorlopige aanslag worden opgelegd. Het opleggen
van een voorlopige aanslag blijft achterwege, indien deze
een bedrag van f 125,- niet te boven gaat.
Vrij stellingen
Artikel 12
1De in artikel 2 genoemde rechten worden niet geheven
van eigendommen, welke worden gebezigd voor de publieke
dienst van de gemeente.
2. Het artikel 2, lid 1, sub a, bedoelde recht wordt niet
geheven van eigendommen niet groter dan een inhoud van
6 0 m3 en voorzover de bij die eigendommen behorende
aansluitpunten uitsluitend dienen voor de afvoer van
hemelwater
Termijnen van betaling
Artikel 13
De aanslagen in dit recht moeten worden betaald in twee
gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste
dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening
van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden
later