Ontstaan van de belastingschuld en de heffing
naar tijdsgelang voor de maandelijkse en
jaarlijkse verschuldigde rechten
Artikel 16
1. De "per maand" en "per belastingjaar" genoemde rechten,
bedoeld in hoofdstuk 2, vanaf onderdeel 2.1.2, tot en
met hoofdstuk 7 van de tarieventabel zijn verschuldigd
bij het begin van de maand of het belastingjaar of, zo
dit later is bij de aanvang van de belastingplicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belas
tingjaar aanvangt zijn de rechten verschuldigd voor
zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar ver
schuldigde rechten als er in dat jaar, na de aanvang
van de belastingplicht, nog volle kalendermaanden
overblijven
3. Indien de belastingplicht in de loop van het belas
tingjaar eindigt, bestaat aanspraak op ontheffing voor
zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar ver
schuldigde rechten als er in dat jaar, na het einde van
de belastingplicht, nog volle kalendermaanden overblij
ven
4. Het tweede en derde lid zijn niet van toepassing indien
de belastingplichtige binnen de gemeente verhuist
Ontstaan van de belastingschuld
voor de overige rechten
Artikel 17
De overig genoemde rechten, bedoeld in hoofdstuk 2, vanaf
onderdeel 2.1.2, tot en met hoofdstuk 7 van de tarieventa
bel zijn verschuldigd bij de aanvang van de dienstverlening
of bij de aanvang van het gebruik van bezittingen, werken
of inrichtingen, genoemd in artikel 11.
Termijnen van betaling
Artikel 18
1. Het recht genoemd in hoofdstuk 2, onderdeel 2.1.1 van
de tarieventabel moet worden voldaan overeenkomstig het
bepaalde in artikel 9 van hoofdstuk II van deze veror
dening ten aanzien van de afvalstoffenheffing, bedoeld
in artikel 3
2De overige rechten genoemd in hoofdstuk 2 en de rechten
genoemd in de hoofdstukken 3 tot en met 7 van de tarie
ventabel moeten worden voldaan in één termijn welke
vervalt één maand na de dagtekening van de kennisge
ving, nota of andere schriftuur.
HOOFDSTUK IV
Aanvullende bepalingen
Uitstel van betaling
Artikel 19
Het hoofd van het financieel administratief management van
de Dienst Stadsbeheer is bevoegd tot het verlenen van
uitstel van betaling - als bedoeld in artikel 2 5 van de
Invorderingswet 1990 - voor de rechten die door middel van
een kennisgeving, nota of andere schriftuur worden geheven
Machtiging tot overdracht van bevoegdheden
Artikel 20
1Het College van Burgemeester en Wethouders is bevoegd
tot het verlenen van schriftelijke toestemming met
betrekking tot het verdagen van de uitspraak op het
bezwaarschrift voor ten hoogste een jaar.
2Het College van Burgemeester en Wethouders kan een of
meer gemeente-ambtenaren aanwijzen, die in hun plaats
treden met betrekking tot de uitvoering van enige
wettelijke bepaling betreffende de heffing en de invor
dering van de reinigingsheffingen.
Verzending van aanslagen
Artikel 21
Het College van Burgemeester en Wethouders kan bepalen dat
voor de terpostbezorging of uitreiking van aanslagbiljet
ten, ingevolge artikel 8, eerste lid, van de Invorderings-
wet 1990 (Stb. 221) voor de betrokken in artikel 212,
tweede lid, van de Gemeentewet (Stb. 1993, 611) bedoelde
gemeente-ambtenaar een andere gemeente-ambtenaar in de
plaats treedt.