Blad 2 Sanering van de woonomgeving binnen een periode van 2 0 jaar, waar bij de vaststelling van de Milieunota vanuit gegaan was, wordt financieel niet mogelijk geacht. Om urgente problemen en stagnatie in de stedelijke ontwik keling te voorkomen dient echter onderzocht te worden of er extra middelen voor bodemsanering beschikbaar kunnen komen. Ook de waterbodemsanering leidt tot aanzienlijke kosten voor de gemeenteVoorlopige ramingen van de kosten voor de verwijdering van milieu-urgente bagger lopen uiteen van 11 tot 50 miljoen gulden. Bij de vaststelling van het baggerbeleidsplan is beslo ten dat in 1995 een ambtelijke werkgroep met voorstel len komt over de wijze waarop de gemeente de financie ring van de waterbodem dient te realiseren. De geluidshindersituatie in de gemeente Leeuwarden is bekend. Wanneer geen extra geld voor geluidssanering wordt uitgetrokken, zal het geluidsprobleem niet worden opgelost. Hierdoor treedt echter geen verdere milieu schade op (geen cummulerend effect)Het toepassen van open asfalt vormt een goed alternatief voor afschermen de maatregelen. Nagegaan dient te worden hoe de meer kosten van open asfalt gefinancierd kunnen worden. Met het gemeentelijk rioleringsplan wordt een instru ment verkregen om de doelstellingen uit de Milieunota te verwezenlijken. Ten aanzien van duurzame ontwikkeling is de gemeente op de goede weg. Door het voortschrijdend inzicht in de milieusituatie op zowel landelijk als plaatselijk niveau blijkt dat meer financiële en personele inzet noodzakelijk is. De doelstellingen voor afval zullen, zoals het zich thans laat aanzien, voor het jaar 2000 gehaald worden. Op basis van deze conclusies en het Collegeprogramma 1994- 1998 worden de volgende aanbevelingen gedaan: 1. De Milieunota te actualiseren. 2. De oorspronkelijk in de Milieunota geraamde bedragen in ieder geval te reserveren. De benodigde middelen voor de geluidssanering kunnen vervallen maar voor het op lossen van de bodemverontreinigingsproblematiek zijn aanvullende middelen nodig. 3. Prioriteit te geven aan duurzame ontwikkeling. 4. Binnen het gemeentelijk apparaat het goede voorbeeld te geven door bij alle gemeentelijke instellingen en dien sten met een bedrijfsintern milieuzorgsysteem te wer ken. Blad 3 5. Ten behoeve van de actualisatie van de Milieunota: Onderzoeken of er extra middelen voor bodemsanering beschikbaar kunnen worden gesteld. De middelen die volgens de financieringsmethodiek van de Milieunota beschikbaar dienen te worden gesteld zijn niet toe reikend. De beschikbare en nog te genereren middelen zo efficiënt mogelijk inzetten. Hiertoe overgaan tot actief bodembeheer. Afhankelijk van de situatie be staat ook de mogelijkheid van isolatie van de ver ontreinigingen De voorstellen van de ambtelijke werkgroep bagger- berging afwachten alvorens over te gaan tot het ge nereren van middelen voor het saneren van de water bodem Onderzoeken hoe de meerkosten als gevolg van de toe passing van open asfalt gedekt kunnen worden. 6Doorgaan met het beleid op het terrein van afval zoals die thans geformuleerd isDe maatregelen worden ten laste gebracht van de afvalstoffenheffing. 7. Het rioleringsplan afronden en zo spoedig als mogelijk overgaan tot het operationaliseren van het plan. De kosten worden ten laste gebracht van de rioolretribu tie Verslag MUP-activiteiten 1993 Omdat dit jaar een evaluatie van de Milieunota is opge steld, is voor 1993 volstaan met een verslag van de uitge voerde MUP-activiteiten in dit jaar. Werkprogramma 1995 Op basis van de evaluatienota en het verslag MUP-activitei ten 1993 is een werkprogramma opgesteld. Dit document wordt u gelijktijdig aangeboden omdat, volgens de Wet milieube heer, het werkprogramma bij de begrotingsbehandeling door de Gemeenteraad vastgesteld wordt. Vaststelling van de eva luatienota kon, mede gezien de vakantieperiode, niet afge wacht worden. Op basis van de Milieunota zou eigenlijk ieder jaar een meerjarenprogramma opgesteld worden. Het actualiseren van de Milieunota en de ontwikkelingen binnen de gehele gemeen telijke organisatie staan het opstellen van een meerjaren programma echter in de weg. Daarom is voor 1995, evenals in 1994, volstaan met het opstellen van een werkprogramma. Dit werkprogramma is dus het laatste werkprogramma wat geba seerd is op de oude Milieunota.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1994 | | pagina 284