I
my
1®
Basislijst programma-informatie nieuwbouw en ingrijpende
voorzieningen 1995-1997
Bijlage nr. 161
Aan de Gemeenteraad.
Procedure
Ieder jaar dient de gemeente aan te geven wat haar plannen
zijn met betrekking tot de nieuwbouw en de verbetering van
woningen en wooneenheden. De nota "Volkshuisvesting in de
jaren negentig" van het Rijk kondigde veranderingen aan op
volkshuisvestingsgebied. Decentralisatie en herverdeling
van verantwoordelijkheden zijn daarbij richtinggevend en
komen nu tot uitdrukking in het Besluit Woninggebonden
Subsidies (BWS)Nu, twee jaar na het ingaan van het BWS,
worden er al weer veelomvattende veranderingen aangekon
digd, deze worden verderop in deze raadsbrief besproken.
Bij alle veranderingen is evenwel de bindende advisering
door G.S. aan de staatssecretaris over de verdeling van de
bovengenoemde contingenten over de budgethouders in stand
gebleven. Dit dient voor 1 september plaats te vinden nadat
de staatssecretaris van VROM het voorlopige nationale
bouwprogramma heeft bekend gemaakt. De gemeente dient in
principe de planningslij sten aan G.S. voorzien van bestuur
lijke goedkeuring (B. en W. of Gemeenteraad) voor 15 mei te
hebben gezonden. Telefonisch is aangekondigd dat dit i.v.m.
de te doorlopen procedures en het uitvallen van een B en W-
vergadering niet haalbaar is. De lijsten zijn in de eerst
volgende B. en W. vergadering van 17 mei 1994 vastgesteld.
Conform artikel 9 van de Verordening woninggebonden subsi
dies, zijn "de lokaal of regionaal toegelaten instellingen
en andere naar het oordeel van de Raad daarvoor in aanmer
king komende natuurlijke en rechtspersonen, waaronder
woonconsumenten-organisaties" geraadpleegd. Zij hebben in
de periode 15 april tot 23 april kunnen reageren op het
voorstel
Wijzigingen in het BWS
Het Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) is opnieuw
onderworpen aan een herziening. Bij de aanbieding van het
concept-BWS'95 is aangegeven dat het Rijk streeft naar
invoering van dit Besluit in twee fasen:
per 1 september 1994 wat betreft de programmering, en
per 1 januari 1995 wat betreft de besteding van en
verantwoording over de budgetten.