Blad 2 De verwijzing naar het raadsvoorstel nr. 144, d.d. 30 juni 1994 is onvoldoende. Ad l.b. De stichting stelt dat van de kant van de gemeen te steeds is voorgehouden dat de Stichting De Opstap haar werkzaamheden zou kunnen voorzetten en zelfs zou kunnen uitbouwen. Ad l.c. De stichting stelt dat ten aanzien van De Opstap geheel andere omstandigheden gelden in vergelij king met de andere instellingen. Daarom had de gemeente ook een ander besluit behoren te nemen. Ad 2De stichting is van mening dat de overgangsperio de van zes maanden in feite een overgangsperiode van 4 maanden is, mede gezien het feit dat het besluit genomen is in de vakantieperiode. 3. Reactie van Burgemeester en Wethouders. Op 23 september 1994 heeft de gemeente door middel van een geschrift van de directeur van de dienst Economische en Sociale Zaken op het bezwaarschrift gereageerd. Deze reac tie komt op het volgende neer. Reeds in een vroeg stadium werden de instellingen op de hoogte gebracht van de beleidswijziging van de gemeente. Ook zijn de instellingen betrokken geweest bij alle fasen van de besluitvorming, zowel bij de bezuinigingstaakstel ling van de gemeente als bij de herstructureringsplannen. De gemeente heeft meerdere malen aangedrongen op fusering van de bestaande instellingen en de gestelde termijnen voor de invoering van een nieuwe organisatie(vorm) enkele malen verschoven. Ook de beëindiging van de subsidies aan de in stellingen is een aantal malen uitgesteld. In de reactie wordt geconcludeerd dat de Raad niet heeft beschikt in strijd met de beginselen van behoorlijk be stuur. De beschikking is zorgvuldig voorbereid en kan steu nen op een deugdelijke motivering. Het bestreden besluit is het resultaat van eerdere besluitvorming in de Raad. 4. Ter inzagelegginq van de stukken voor de hoorzitting. De stukken zijn aan de stichting (en de bij deze subsidie betrokken andere instellingen) toegezonden op 27 september 1994 Blad 3 Op 18 oktober 1994 heeft de commissie in deze zaak een hoorzitting gehouden. Op de hoorzitting zijn de standpunten nader toegelicht. 5. Overwegingen en advies van de commissie. De commissie heeft naar aanleiding van de stukken en het geen op de hoorzitting naar voren is gebracht, het navol gende overwogen. Ten aanzien van de ontvankelijkheid: Het besluit van de Raad is genomen op 11 juli 1994, verzon den op 13 juli 1994. De stichting heeft op 8 augustus een bezwaarschrift ingediend. Deze datum ligt binnen de termijn van zes weken welke de Algemene wet bestuursrecht geeft voor het indienen van een bezwaarschrift. Derhalve is het bezwaarschrift ontvankelijk. Ten aanzien van het bezwaren: Ten aanzien van de inhoudelijke bezwaren overweegt de com missie het volgende. De commissie stelt voorop dat niet is bestreden dat de Raad de bevoegdheid heeft zijn beleid te wijzigen en in verband daarmee de daaraan verbonden subsidiëring te beëindigen. Een daartoe strekkend besluit moet echter zorgvuldig zijn voorbereid, terwijl tevens voldoende aandacht geschonken dient te zijn aan de gevolgen ervan. De commissie acht de stelling dat het besluit ondeugdelijk gemotiveerd is, niet juist. Een verwijzing in het besluit van de Raad naar het raadsvoorstel heeft immers tot gevolg dat de Raad de overwegingen van het college, zoals neerge legd in die raadsbrief, tot de zijne maakt. Voorts meent de commissie, in tegenstelling tot hetgeen de stichting in haar bezwaarschrift stelt, dat het bestreden besluit niet onzorgvuldig tot stand is gekomen. De commis sie ziet niet in waarom de Raad in de gerezen impasse het bestreden besluit niet had kunnen nemen. De betrokken in stelling is bij de gehele voorgeschiedenis uitvoerig be trokken geweest. Ten aanzien van de personele gevolgen van de herstructure ring en de subsidiebeëindiging constateert de commissie dat de gemeente in het voorstel aan de Raad van 30 juni 1994 reeds heeft meegedeeld dat voor de eventuele wachtgeldver plichtingen een beroep kan worden gedaan op de hiervoor gereserveerde gemeentelijke middelen en op de middelen voor flankerend beleid op het terrein van welzijn en cultuur.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1994 | | pagina 299