I
Bi
TOELICHTING BIJ VERORDENING WINKELSLUITING LEEUWARDEN
Artikel 1. Begripsbepaling
Voor de omschrijving van het begrip "feestdagen" is aansluiting
gezocht bij artikel 2 van de Winkelsluitingswet 1976.
Artikel 2. Beslissingstermijn
Op de behandeling van verzoeken om ontheffing ter uitvoering van deze
verordening is de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van toepassing
(artikel 4:13). De verdagingsmogelijkheid is van toepassing indien
het gemeentebestuur de aanvrager heeft uitgenodigd zijn aanvraag aan
te vullen met volgens haar nog ontbrekende gegevens.
Artikel 3. Karakter van de ontheffing
Het betreft hier ontheffingen voor avondwinkels, die betrekking
hebben op verkoopactiviteiten en geen verband hebben met de persoon
van de ondernemer. Het zakelijk karakter van de ontheffing houdt
tevens in dat de ontheffing locatie-gebonden is. Indien een onderne
mer de avondwinkel wenst te verplaatsen, zal hij dus opnieuw onthef
fing moeten aanvragen voor die andere locatie.
Artikel 4. Intrekking of wijziging van een ontheffing
In de Awb is niet aangegeven in welke situaties een besluit ingetrok
ken kan worden, reden waarom dit in de verordening is bepaald.
Artikel 5. Wekelijkse koopavond
In eerste instantie is voor de gehele gemeente de donderdagavond als
koopavond aangewezen. Hiervan wordt afgeweken indien de donderdag
valt op Nieuwjaarsdag, 4 mei, Hemelvaartsdag, tweede Kerstdag of de
dag waarop de verjaardag van de koning wordt gevierd. In deze geval
len verschuift de koopavond naar de vrijdag.
In het derde lid van artikel 5 is de mogelijkheid geopend om op een
daartoe strekkend verzoek van een winkelcentrum, winkeliersvereniging
of groep van ondernemers als koopavond de vrijdagavond in plaats van
de donderdagavond aan te wijzen. Het moet dan wel gaan om een rede
lijk groot aantal bij elkaar horende winkels (bijvoorbeeld een
winkelcentrum)Tevens dient er voldoende draagvlak te zijn.
Het is uiteraard niet de bedoeling dat afzonderlijke winkeliers van
deze mogelijkheid gebruik maken.
Verder is hier van belang dat de aanvraag niet betrekking mag hebben
op een periode korter dan twee jaar. Met het invoeren van deze
periode wordt beoogd teveel wisselingen in koopavonden, waardoor
onduidelijkheid voor het publiek ontstaat, tegen te gaan.
1