MM
jijr.y
Vaststelling Lozingsverordening riolering 1994
Bijlage nr. 167
Aan de Gemeenteraad.
Op 18 november 1991 heeft de Raad de thans vigerende
'Lozingsverordening riolering 1992' vastgesteld. Thans
stellen wij u voor op basis van een nieuw Model-lozings
verordening van de VNG tot een betere en aangepaste regel
geving te besluiten.
Aanleiding hiertoe zijn de in de praktijk gerezen vragen
ondermeer met betrekking tot de strafrechtelijke handhaving
en het lozen op straatkolken
De vragen op strafrechtelijk gebied hadden met name betrek
king op de vervolging van overtreding van bepalingen die
gericht zijn op de bescherming van het oppervlaktewater. Er
is nu gekozen voor een bijgestelde strafbaarstelling die
ruimere mogelijkheden geeft.
Voor het lozen op straatkolken kent de huidige verordening
geen specifieke bepalingen. Een verbod plus ontheffings
stelsel moet tegemoet komen aan deze omissie.
Wij willen u erop wijzen dat een wijziging van de Wet
Milieubeheer en de Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren
(het wetsvoorstel 'Afvalwater'aan de Tweede Kamer is
voorgelegd. Met dit wetsvoorstel zullen enkele bepalingen
van de EG-richtlijn inzake de behandeling van stedelijk
afvalwater worden geïmplementeerd. Eén van deze bepalingen
houdt in dat iedere lozing van industrieel afvalwater op
een riolering of een rioolwaterzuiveringsinstallatie aan
een vergunningplicht of aan algemeen verbindende voor
schriften moet zijn onderworpen. In verband met de imple
mentatie van deze bepaling moet de gemeentelijke Lozings
verordening voorzover zij betrekking heeft op inrichtingen
worden vervangen door een wettelijk systeem.
Omdat daarmee de meeste bepalingen van de gemeentelijke
Lozingsverordening komen te vervallen, is het niet zinvol
deze verordening op termijn nog te handhaven.
Daar het vooralsnog onzeker is wanneer bovengenoemd wets
voorstel in werking zal treden, stellen wij u voor de
'Lozingsverordening riolering' toch aan te passen.