inspecteur van het staatstoezicht op de volksgezondheid, belast met het toezicht op de hygiëne van het milieu. Indien de vergunning wordt verleend, wordt bij de beschikking een gewaar merkt exemplaar van de op de vergunning betrekking hebbende aanvraag gevoegd Anticipatie op toekomstige ontwikkelingen Artikel 13 Burgemeester en Wethouders houden bij hun beslissing op de aanvraag om vergunning rekening met de te verwachten ontwikkelingen in de lozingen op de riolering en in het bijzonder met die welke veroorzaakt kunnen worden door a. redelijkerwijze binnen afzienbare tijd te verwachten wijzigingen in de lozing waarvoor vergunning wordt gevraagd; b. voorgenomen lozingen van derden. Tijdsduur vergunning Artikel 14 1. De vergunning kan voor een bepaalde termijn worden verleend indien: a. de lozing een tijdelijk karakter zal hebben; b. een aan de gemeente verleende vergunning voor het brengen van het rioolwater in oppervlaktewater of naar een rioolwaterzui veringsinstallatie of enig ander werk waarop de riolering is aangesloten, tot het verlenen van een vergunning voor een bepaalde termijn noopt. 2. Na het verstrijken van de termijn als bedoeld in het eerste lid blijft de vergunning van kracht zo lang op een tijdig ingediende aanvraag om verlenging niet is beslist. Zakelijk karakter vergunning Artikel 15 1. De vergunning geldt zowel voor de aanvrager als voor zijn rechts- verkrijgende 2. Van de rechtsovergang geeft de rechtsverkrijgende binnen 26 weken na datum daarvan schriftelijk kennis aan Burgemeester en Wethouders. Weigering vergunning Artikel 16 De vergunning wordt in ieder geval geweigerd indien: het verlenen van de vergunning in strijd zou zijn met de voorschrif ten welke door de waterbeheerder aan de gemeente zijn gegeven, een verzoek van de gemeente tot wijziging van deze voorschriften is afgewezen en de afwijzing onherroepelijk is geworden; het rioolstelsel niet over voldoende capaciteit beschikt om de aangevraagde hoeveelheid afvalwater of afvalstoffen te kunnen lozen. 8 Intrekking of wijziging van vergunning Artikel 17 1. De vergunning kan worden ingetrokken of gewijzigd: a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste danwel onvolledige gegevens blijken te zijn verstrekt; b. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de vergunning, moet worden aangenomen dat intrekking of wijziging wordt gevorderd door het belang of de belangen ter bescherming waarvan de ver gunning is vereist; c. indien de aan de vergunning verbonden voorschriften niet zijn of worden nagekomen; d. indien van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen of gedurende een daarin gestelde termijn danwel, bij gebreke van een dergelijke termijnstelling, binnen of gedurende een rede lijke termijn; e. indien de vergunninghouder of zijn rechtsverkrijgende dit verzoekt f. indien de rechtsverkrijgende niet binnen de in artikel 15, tweede lid gestelde termijn van de rechtsovergang schriftelijk kennis heeft gegeven aan Burgemeester en Wethouders 2. Een besluit tot intrekking of wijziging op grond van het eerste lid, sub a en b wordt niet genomen dan nadat de waterbeheerder in de gelegenheid is gesteld binnen een door Burgemeester en Wethouders te bepalen termijn hun oordeel kenbaar te maken omtrent het voornemen tot het nemen van dit besluit. Procedure ontheffing Artikel 18 Voor het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 2, derde lid, is het bepaalde in de artikelen 11 tot en met 17 en artikel 20 van toepas sing met dien verstande dat de in artikel 11, eerste lid, genoemde termijn drie weken bedraagt Bepalingen betreffende nadere voorschriften Artikel 19 1. Burgemeester en Wethouders kunnen voorschriften als bedoeld in artikel 5, tweede lid en artikel 8, zesde lid al dan niet voor een bepaalde termijn opleggen. 2. Burgemeester en Wethouders kunnen, spoedeisende gevallen uitgezon derd, voorschriften niet opleggen dan nadat degene aan wie deze voorschriften zullen worden opgelegd in de gelegenheid is gesteld binnen een door Burgemeester en Wethouders te stellen termijn zijn oordeel hierover kenbaar te maken. 3. Alvorens Burgemeester en Wethouders op grond van artikel 5, tweede lid voorschriften opleggen, stellen zij de waterbeheerder in de gelegenheid hun daarover van advies te dienen. 9

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1994 | | pagina 52