De overige categorieën meldingen zijn niet of nauwelijks gestegen t.o.v. 1992 en geven derhalve geen aanleiding tot nadere opmerkingen. Tenslotte wordt nog opgemerkt dat, afgezien van de bekende briefkaarten schrijver, uit de binnengekomen meldingen niet kan worden afgeleid dat een bepaalde instelling, organisatie of persoon zich structureel schuldig maakt aan discriminatie. 4 DE AFDOENING EN HET VERVOLG VAN DE MELDINGEN. Afgezien van de per post ontvangen anonieme brieven en kaarten komen vrijwel alle meldingen telefonisch bij het meldpunt binnen. Voor veel melders is het een grote stap om kontakt op te nemen met het meldpunt. Daarom krijgt iedere melder dan ook ruimschoots de gelegenheid om zijn of haar verhaal te doen en wordt daarbij van de zijde van het meldpunt ondersteuning en begeleiding geboden. De afdoening en het vervolg van een melding zijn afhankelijk van de individuele omstandigheden van iedere melder; standaard-oplossingen bestaan niet Uitgangspunt is hierbij dat, voor zover dit mogelijk is wordt getracht een dialoog tussen melder en aangeklaagde te bewerkstelligen. Van de in 1993 binnengekomen meldingen konden 39 direkt worden afgedaan, terwijl in 15 gevallen nader onderzoek en /of aktie van de zijde van de gemeente noodzakelijk bleek te zijn. In gevallen waarin de melding direkt kan worden afgedaan, betekent dit veelal dat de melding ofwel voor kennisgeving wordt aangenomen en ter signalering is genoteerd, ofwel dat het meldpunt de klacht heeft doorge speeld naar derden, waaronder de politie, ofwel dat melder is doorverwezen naar een instantie die er voor is toegerust om de betreffende melding in behandeling te nemen. Zo is onder meer verwezen naar het Buro voor Rechts hulp en het maatschappelijk werk. In 14 gevallen waarbij meldingen zijn doorgespeeld of melders zijn verwezen is het vervolg onbekend. Zoals vermeld bleek in 15 gevallen nader onderzoek en/of aktie van de zijde van de gemeente noodzakelijk. Nader onderzoek betekent veelal dat nadere informatie wordt ingewonnen en/of het principe van hoor-en-wederhoor wordt toegepast. In 5 gevallen ging de gemeente tot aktie over in de vorm van het verwijderen van racistische leuzen op gebouwen e.d. Naar aanleiding van de in dit hoofdstuk weergegeven cijfers met betrekking tot de afdoening en het vervolg van de meldingen wordt geconcludeerd dat zich hierin in 1993 geen opvallende ontwikkelingen hebben voorgedaan.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1994 | | pagina 66