Blad 2
III. Intergemeentelijke afstemming woningbouw.
Het WMP-SGL en het RVP sluiten op elkaar aan, omdat
dezelfde onderzoekgegevens en dezelfde berekeningsme
thoden zijn gehanteerd. Bovendien is in het RVP reke
ning gehouden met de consequenties van de groeitaak-
stelling van het Stadsgewest Leeuwarden als geheel.
Het mag gezegd zijn, dat hier sprake is van een vrij
unieke vorm van samenwerking en afstemming, die voor
zover wij kunnen nagaan elders in het land zich nog
niet heeft voorgedaan. Wij hebben daarom zeer veel
waardering voor de inzet van alle betrokken partijen,
die heeft geleid tot het voorliggende resultaat.
IV. Meest belangrijke consequenties.
IV.1 Verstedelijkingsbeleid.
Naast het belang van de versterking van het Stadsge
west Leeuwarden als geheel dient er ruimte te zijn
voor een verstedelijkingsbeleid als bedoeld in de
Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra. Juist nu het
WMP-SGL naar verwachting de vergelijkbare functie
gaat krijgen van een streekplanuitwerking moet er
ruimte zijn om een verstedelijkingsbeleid te voeren.
Hoewel dat naar onze mening niet op alle fronten
overal even duidelijk naar voren komt -onder andere
in het onlangs vastgestelde Streekplan Friesland 1994
zelf- kunnen wij ons vinden in de keuze van het
marktscenario voor de woningbouw zoals dat in het
WMP-SGL en RVP is opgesteld. Dit houdt voor Leeuwar
den in, dat de trendmatige ontwikkeling, - waarbij
onze gemeente minder woningbouw realiseert, dan
eigenlijk nodig is voor het vervullen van de lokale
behoefte- enigszins wordt omgebogen (een sturing van
ongeveer 70 woningen per jaar)
Voor een omschrijving van het begrip lokale behoefte
wordt verwezen naar de rapporten. Leeuwarden zit
echter met een verwachtingscijfer voor de woningbouw
van ongeveer 420 woningen per jaar volgens het markt
scenario nog onder het niveau van 600 a 700 per jaar,
dat eigenlijk nodig is om te voldoen aan de in eerste
instantie op Leeuwarden gerichte vraag. Ervaringen
uit het verleden leren, dat Leeuwarden helaas niet al
het door de verhuisgeneigden gewenste aanbod beschik
baar heeft in de markt. De woningzoekende wijkt dan
naar elders uit. Voorlopig is daarom het verwach
tingsci j fer volgens het markscenario voor Leeuwarden
realistisch en aanvaardbaar. Dat wil niet zeggen, dat
Blad 3
wij in een beperkte ombuiging van de trend wensen te
berusten. Immers iedere gemeente mag tenminste voor
de lokale behoefte bouwen. Leeuwarden blijft daar
voorlopig flink onder. Niet uit het oog mag worden
verloren, dat onze gemeente bovendien een verstede
li jkingsopdracht heeft. Het is daarom, dat in het
ontwerp Woningmarktplan Leeuwarden boven het markt
scenario nog rekening wordt gehouden met een beschei
den verstedelijkingscomponent van 30 a 40 woningen
per jaar, waardoor een realistische taakstelling van
gemiddeld 450 woningen per jaar ontstaat. Hiermee
wordt een grotere ombuiging van de trend bewerkstel
ligd dan in het marktscenario wordt voorzien. Het
spreekt vanzelf, dat zodra deze taakstelling ook
daadwerkelijk kan worden ingevuld dit ook bovenge-
meentelijk wordt afgestemd en zichtbaar wordt gemaakt
binnen het stadsgewestelijk en regionaal bouwprogram
ma. Het gaat dan evenzeer om een kwalitatieve afstem
ming met de omliggende gemeenten.
Geconcludeerd wordt, dat een en ander ook betekent,
dat vanuit het stadsgewestelijk en regionaal denken
andere gemeenten in het stadsgewest of de regio meer
ruimte krijgen om bovenlokaal te bouwen, zolang
andere gemeenten minder bouwen dan de lokale behoef
te
IV.2 Voorraadbeleid.
Gelet op het ambitie-niveau van zowel het WMP-SGL en
RVP ligt het accent op de intergemeentelijke afstem
ming tussen de nieuwbouwprogramma'sNieuwbouw voegt
echter een relatief geringe hoeveelheid woningen toe
aan de bestaande voorraad. Aangezien er sprake is van
een doorstromingsmarkt moet het belang van de be
staande voorraad niet worden onderschat. Nieuwbouw
(ook in andere gemeenten) kan immers gaten trekken in
de bestaande voorraad, hetgeen zich uit in leegstand
en verpaupering. Het voorraadbeleid laat zich echter
moeilijker over de gemeentegrenzen heen sturen. In
het Woningmarktplan Leeuwarden zal daarom meer uitge
breid stil worden gestaan bij de effecten voor de
bestaande woningvoorraad.
V. Besluitvorming.
Onder mededeling, dat de commissie voor Stadsontwik
keling op 12 juli j.l. positief heeft geadviseerd,
stellen wij u op grond van bovenvermelde overwegingen
voor, overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit