Tweede aanpassing Subsidieverordening stads- en dorpsver
nieuwing 1993
Bijlage nr. 180
Aan de Gemeenteraad.
Op 13 december 1993 hebt u een omvangrijke wijziging van de
Subsidieverordening stads- en dorpsvernieuwing vastgesteld.
Deze wijziging had met name betrekking op de subsidiëring
van particuliere woningverbetering, wonen boven winkels en
monumenten
In de vergadering waarin u tot vaststelling besloot, is u
meegedeeld dat de wijzigingen nog voor overleg bij de
Belastingdienst lagen. Inmiddels hebt u op 28 maart 1994 de
verordening aangepast; deze aanpassingen vloeiden voort uit
mondeling en informeel vooroverleg met de Belastingdienst.
Inmiddels hebben wij formeel overeenstemming bereikt met de
Belastingdienst over de verordening en is de verordening
per 1 mei 1994 in werking getreden, met uitzondering van
artikel 2.34 (jaarlijkse bijdragen). De overeenstemming met
de Belastingdienst houdt in hoofdzaak in dat de subsidies,
die op basis van de verordening worden verstrekt, niet zul
len worden belast.
Aan de overeenstemming met de Belastingdienst heeft deze de
voorwaarde verbonden, dat nog een aantal wijzigingen in de
verordening worden aangebracht. Deze wijzigingen hebben
grotendeels een technisch karakter, materieel leveren ze
geen wijzigingen op.
Daarop moet één uitzondering worden gemaakt. De bijdrage
ineens in de actiegebieden was in de oorspronkelijke voor
stellen een afgeleide van de bijdrage ineens op termijn. In
de nieuwe voorstellen is het een volwaardige afzonderlijke
variant geworden.
Met de Belastingdienst is afgesproken dat beschikkingen,
die zijn afgegeven voorafgaand aan de wijziging van de ver
ordening zoals die nu aan u wordt voorgesteld, door de
Belastingdienst zullen worden behandeld als vallend onder
de bereikte overeenstemming.
Om u een goed beeld te geven van de verordening, zoals ze
komt te luiden na de voorgestelde wijziging, is een exem
plaar van de aangepaste verordening voor u ter inzage ge
legd, waarin de wijzigingen van maart en nu herkenbaar zijn
weergegeven