deskundigheid die nodig is om de contracten en het in opdracht door derden uitgevoerde
werk te beoordelen. De kwaliteit van het werk komt dan onder druk te staan.
Beheers- en planningsinstrumenten
Om de uitbestedingen en dus indirect ook de afslanking van de eigen organisatie goed te
kunnen uitvoeren is een goed inzicht nodig in de kwalitatieve en kwantitatieve effecten
ervan op de rest van de organisatie. De kwaliteit van dit inzicht hangt af van de visie van
het management op de toekomst van de eigen afdeling. Daarbij zijn vragen aan de orde
als "wat moet er gebeuren om de continuïteit en de kwaliteit te garanderen?" De nog
onvoldoende ontwikkelde beheers- en planningsinstrumenten maken een verantwoorde
uitbesteding binnen het huidige beleid moeilijk.
Omdat ook de kwaliteit van uitbesteed werk door de "achterblijvende opdrachtgevers"
moet kunnen worden beoordeeld, is een goede aansturing en beheersing van niet alleen
het eigen werk maar ook van de uitbestede werkzaamheden noodzakelijk. De ontwikke
ling van de management-informatie-systemen heeft geen gelijke pas gehouden met het
tempo van de overige ontwikkelingen. Dit geldt grosso modo ook voor het management
en de medewerkers, die de gebruiksmogelijkheden van management-informatie-systemen
(MIS) onvoldoende kennen of er niet mee om hebben leren gaan.
Cultuur en motivatie
In de beleving van velen in de organisatie is het beleid van bezuinigen en daarmee van het
uitbesteden van uitvoerende taken ervaren als een ongericht ad hoe beleid, waarover in
ieder geval onvoldoende communicatie heeft plaats gevonden.
De overheersende bedrijfscultuur wordt gekenmerkt door een interne gerichtheid en een
afwachtende en berustende houding. De combinatie van het gevoerde beleid en deze
cultuur hebben tot gevolg gehad dat op enkele plekken in de organisatie de drempels naar
neergaande spiralen ongemerkt zijn overschreden en dat dit voor andere taken dreigt te
gebeuren.
Kosten en baten
Per saldo houden de hierboven geschetste ontwikkelingen in dat bij een ongewijzigde
voortzetting van het huidige beleid van uitbesteden de kwaliteit van het produkt van
Stadsbeheer en Stadsontwikkeling verder onder druk komt te staan, dat de doeltreffend
heid van de inzet van middelen zal afnemen en dat daarmee de produktiviteit zal dalen en
de kosten zullen stijgen. Alhoewel het genoegzaam bekend verondersteld mag worden,
wordt hier nog opgemerkt dat de huisvesting in verschillende gebouwen van de directie en
de binnendienstfuncties en de buitendienstfuncties niet optimaal is voor een onderneming
zolang (beleids-)ontwikkeling en uitvoering nog samen in een organisatie zijn onderge
bracht.
4.2 Leeuwarden, het beleid en de omgeving
De onduidelijkheid over de bestuurlijke toekomst van Leeuwarden maakt het ondoenlijk
om binnen het bestek van dit onderzoek te zoeken naar een duidelijke strategische koers
voor Stadsbeheer. Het is echter wel de taak van het management en van het gemeentebe
stuur om een koers uit te zetten! Welke bestuurlijke ontwikkelingen Leeuwarden, de regio
en Friesland in de nabije toekomst ook te wachten staan, schaalvergroting bij de uitvoe
ring van de hier onderzochte taken ligt in de rede van de verwachtingen.
12
Het is deze schaalvergroting die ook vanuit Stadsbeheer als argument voor verzelfstandi
ging werd aangevoerd. Voor een deel zal de autonome stadsuitbreiding de eerste tien jaar
ertoe bijdragen dat het bedrijfseconomische draagvlak voor de verschillende taken niet
kleiner wordt. De bestuurlijke veranderingen en vernieuwingen bieden strategische kansen
voor samenwerking met andere gemeenten, met samenwerkingsverbanden, met de provin
cie Friesland of met particuliere ondernemingen.
Het project Leeuwarden in Stelling dat als doel heeft om de verhoudingen tussen de
bestuurlijke en ambtelijke geledingen te veranderen biedt goede aanknopingspunten om
het functioneren van ook de dienst Stadsbeheer te verbeteren. Hier kunnen verbetering
van de besturing, integraal management en een beter beheer van de organisatie als
aanknopingspunten worden genoemd.
4.3 Conclusie
Zowel bij het gemeentebestuur als bij de ambtelijke top heeft een voldoende visie
ontbroken op de vorm en positie van de ambtelijke organisatie in de toekomst. Een en
ander gaat ten koste van de kwaliteit van de organisatie, doordat een herkenbaar en
motiverend perspectief ontbreekt. Bij de beleidsbepaling in het kader van bestuurlijke
veranderingen lijken de plaats en de rol van de eigen organisatie geen rol te spelen. De
onvoldoende visie gevoegd bij de ontbrekende externe oriëntatie van het management en
de beperkte mate van inzicht en beheersing van de eigen werkzaamheden door onder
andere het ontbreken van adequate management-informatie-systemen, bedreigen de
continuïteit en kwaliteit van de ambtelijke dienstverlening.
5. MOGELIJKHEDEN VAN DE MARKT
Om te komen tot een inzicht in de mogelijkheden die de markt biedt voor een verzelfstan
digd Stadsbeheer zijn gegevens gebruikt van het Instituut Midden en Kleinbedrijf, van de
Kamer van Koophandel, uit diverse branche-rapporten en uit de Friese Erbo-enquête
1994. Om een vergelijking tussen Stadsbeheer en de marktsector mogelijk te maken zijn
de taken van Stadsbeheer vergeleken met een of meerdere bedrijfstakken die dezelfde
diensten en produkten leveren. In de volgende paragrafen worden deze deelmarkten
beschreven waarmee Stadsbeheer mee te maken heeft.
5.1 De ingenieursdiensten
Het grootste deel van de taken van de afdelingen Ontwerp en Realisatie kan bij een
vergelijking met de particuliere sector worden gerangschikt onder de bedrijfstak van de
ingenieurs- en technische ontwerp en -adviesbureaus (CBS-bedrijfstakcode 8441). Ook een
deel van de taken van de afdeling Weg- en Waterbouw behoort tot deze categorie. Het
gaat dan het ontwerpen en het voorbereiden van de uitvoering van plannen en werken, de
directievoering van werken, het maken van bestekken en calculaties. De bedrijfstak wordt
gekenmerkt door een groot aantal kleine bureaus met vaak een specialisme en een beperkt
aantal omvangrijke ondernemingen die een breed scala van activiteiten aanbieden. De
branche is sterk conjunctuurgevoelig en in belangrijke mate afhankelijk van overheids-
13