Blad 10
(4) De 3 voorgaande beleidskeuzes worden neergelegd in
beleidsregels welke door het College van Burge
meester en Wethouders worden vastgesteld gehoord
de commissie voor Economische en Sociale Zaken.
4.7. Jaarplan 1996
(1) Het jaarplan 1996 vaststellen conform de in hoofd
stuk 9 van voorliggende notitie geformuleerde uit
gangspunten met inachtneming van de omschreven
onzekerheden
(2) De voortgang van het jaarplan wordt neergelegd in
de management rapportages 1996
4.8. Financiële paragraaf
(1) De financiële paragraaf vaststellen conform de
uitgangspunten zoals verwoord in hoofdstuk 10 van
het uitvoerings- en beleidsplan en in samenhang
met de reeds aangegeven begrotingswijzigingen.
5 FINANCIËLE PARAGRAAF
Bij het opmaken van de begroting voor 1996 is uitge
gaan van een ongewijzigde ABW. De in het uitvoerings-
en beleidsplan omschreven plannen kunnen voor een be-
langRijk deel worden uitgevoerd met de in genoemde
begroting opgegeven middelen, omdat deze activiteiten
niet in die mate worden beïnvloed door de nAbw dat dit
tot wijzigingen in de begroting leidt. Voor deze uit
voeringsaspecten verwijzen wij naar deze begroting.
In de uitvoerings- en beleidsplannen wordt derhalve
slechts ingegaan op die zaken die wel wijzigen als
gevolg van de invoering van de nAbw.
a. Bijstandsverlening algemene kosten
- Het in de begroting opgenomen bedrag voor uitke
ringsverstrekking van 130 miljoen wordt toereikend
geacht
In de tweede management rapportage 1995 is reeds
aangegeven dat hier een geringe meevaller zich voor
kan doen als gevolg van het dalen van het gemiddelde
uitkeringsbedrag en nagenoeg stabiele klanten
aantallen
- Met de invoering van het toeslagenbeleid is door het
Rijk een bezuiniging voor 1996 ingeboekt van lande
lijk 76 miljoen. Wij streven ernaar in dit kader een
bedrag van f 350.000,- te bezuinigen.
Blad 11
b. Minimabeleid
- In de begroting voor 1996 is een bedrag geraamd van
2.9 miljoen voor bijzondere bijstandverstrekking.
- Het afschaffen van het drempelbedrag, kosten
f 60.000,-- past binnen deze begroting.
- Indien de voorgestane stijging van de uitgaven in
het kader van bijzondere bijstand, mede als gevolg
van een verruiming van de beleidsvrijheid, zich
blijven voordoen, zullen extra middelen moeten wor
den gevraagd.
De overheveling van algemene (declarabele) naar bij
zondere (niet declarabele) kosten, als gevolg van de
invoering van de nAbw, worden door het Rijk gecom
penseerd middels het gemeentefonds
Voor Leeuwarden betekent dit een compensatie van
f 289.000,-. In 1996 zal op basis van calculaties
een mogelijk tekort ontstaan van f 50.000,- tot
f 75.000,-. Deze ontwikkeling zal in de management
rapportages van 1996 nauwlettend worden gevolgd.
De mogelijke tekorten als gevolg van deze overheve
ling zullen in samenhang met de overige financiële
problematiek rond het minimabeleid moeten worden
beoordeeld.
c. Kwijtschelding
- Door een lagere onttrekking uit de begroting van de
betreffende middelen in 1994 en 1995 ontstaat naar
verwachting een surplus van f 2 90.000,-.
Voorgesteld wordt dit verwachte surplus te betrekken
bij de gehele problematiek rond het minimabeleid.
d. Noodfonds en fonds maatschappelijke activiteiten
- In 1996 is op grond van een raadsbesluit niet voor
zien in een storting in deze fondsen.
De evaluatie van het minimabeleid zal richtinggevend
moeten zijn voor een herbezinning op dit punt.
e. Incentive beleid
- Op grond van ervaring is de begroting voor het in
centive beleid in het verdeelbesluit sociale ver
nieuwing bijgesteld van 1.3 miljoen naar
f 750000,-