Blad 2
Artikel 2:5:6 lid 3
3 In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid zijn
de artikelen 12:1, tweede lid, 1:4:4, 3:1, eerste en
tweede lid en 3:1:1, 3:2 en 3:2:1, 3:4 en 3:5:1 tot
en met 3:5:9, 8:10 en 8:10:1, 8:14:2, 8:14:3 en de
hoofdstukken 4 tot en met 7 met uitzondering van de
artikelen 7:12:1 en 7:12:2, 15 en 16, voor zoveel
mogelijk van overeenkomstige toepassing op de
arbeidsovereenkomst, die is aangegaan op grond van
het bepaalde in:
a. artikel 2:5, eerste lid, onderdeel a of d;
b. artikel 2:5:2, onderdeel a.
3 Hoofdstuk 7 luidt als volgt:
Hoofdstuk 7aanspraken bij ziekte
Bezoldiging bij ziekte
Artikel 71
1 a De ambtenaar die wegens ziekte verhinderd is zijn
betrekking te vervullen, geniet, vanaf de eerste
dag van die verhindering, gedurende 18 maanden de
volle bezoldiging en vervolgens tot het einde van
zijn dienstverband 80% van de bezoldiging;
b voor de toepassing van dit hoofdstuk worden onder
ziekte mede verstaan:
- zwangerschap en bevalling;
- gebreken.
2 De ambtenaar geniet ook na afloop van de in het eer
ste lid, onderdeel a genoemde periode van 18 maanden
tot aan het einde van zijn dienstverband de volle
bezoldiging
a indien de ziekte haar oorzaak vindt in een ongeval
in of door de dienst en dit ongeval niet aan zijn
schuld of nalatigheid is te wijten;
b indien en voor zolang de ambtenaar voor tenminste
45% zijn betrekking vervult.
3 Indien de ambtenaar, terzake van de desbetreffende
verhindering tot het vervullen van zijn betrekking,
recht heeft op een WAO-conforme uitkering ingevolge
artikel 32 van de WPA, wordt het bedrag van die uit
kering in mindering gebracht op het bedrag, waarop
hij ingevolge de in het eerste lid bedoelde bezoldi
ging recht heeft.
4 Indien de in het derde lid bedoelde ambtenaar uit
hoofde van twee of meer dienstbetrekkingen recht
heeft op één WAO-conforme uitkering, wordt die uit
kering voor de toepassing van het derde lid toegere
kend aan de dienstbetrekking terzake waarvan zijn
bezoldiging wordt doorbetaald, naar rato van de
Blad 3
bezoldigingen uit de desbetreffende dienstbetrek
kingen
5 Indien de in het derde lid bedoelde ambtenaar geen
WAO-conforme uitkering aanvraagt binnen de bij of
krachtens de WPA gestelde termijnen en hem dit re
delijkerwijs kan worden verweten, wordt, voor de
periode dat hij dientengevolge geen WAO-conforme
uitkering ontvangt, voor de toepassing van dit ar
tikel rekening gehouden met een WAO-conforme uitke
ring, zoals die zou zijn toegekend bij een arbeids
ongeschiktheid van 80% of meer.
6 Indien als gevolg van handelingen of nalaten van
handelingen door de in het derde lid bedoelde amb
tenaar, de mate van arbeidsongeschiktheid niet kan
worden vastgesteld en hem dit redelijkerwijs kan
worden verweten, wordt voor de toepassing van dit
artikel rekening gehouden met een WAO-conforme uit
kering, zoals die zou zijn toegekend bij een
arbeidsongeschiktheid van 80% of meer.
7 Indien, als gevolg van handelingen of het nalaten van
handelingen door betrokkene de WAO-conforme uitkering
vermindering ondergaat, danwel het recht daarop
geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd en hem dit
redelijkerwijs kan worden verweten, wordt bedoelde
uitkering voor de toepassing van het derde lid,
steeds geacht onverminderd te zijn genoten.
8 Een opnieuw ingetreden verhindering tot het vervullen
van de betrekking wegens ziekte wordt voor het
bepalen van de in het eerste lid, onderdeel a ge
noemde termijn als een voortzetting van de vorige
verhindering beschouwd, tenzij die verhindering zich
voordoet nadat tenminste 4 weken zijn verstreken
sedert de ambtenaar zijn betrekking volledig heeft
hervat
9 Ten aanzien van de ambtenaar die wegens ziekte ver
hinderd is zijn betrekking te vervullen, kan worden
bepaald dat hij zijn betrekking slechts weer zal
mogen vervullen, indien Burgemeester en Wethouders,
gelet op het advies van de bedrijfsgezondheidsdienst
of van het FAOP, daarvoor toestemming hebben
verleend, onder bepaling van de mate waarin de her
vatting kan geschieden. Deze toestemming is in ieder
geval vereist, indien de ambtenaar gedurende meer dan
een jaar volledig verhinderd is geweest zijn
betrekking te vervullen.
10 De in het eerste lid bedoelde doorbetaling van be
zoldiging eindigt, indien de ambtenaar wordt her
plaatst in een andere functie.
11 De leden 3 tot en met 9 zijn van overeenkomstige toe
passing op de ambtenaar die op grond van zijn
arbeidsongeschiktheid aanspraken kan ontlenen aan de
AAW of de WAO.