Blad 8 Uitkering bij ziekte ontstaan na ontslag Artikel 76 1 De gewezen ambtenaar die onmiddellijk voorafgaande aan zijn ontslag, niet zijnde een ontslag op grond van artikel 8:10, tenminste twee maanden zijn be trekking heeft vervuld en die binnen een maand na de datum van zijn ontslag wegens ziekte ongeschikt wordt een naar aard en omvang soortgelijke betrekking te vervullen, ontvangt gedurende zijn ongeschiktheid een uitkering ten bedrage van zijn laatstelijk genoten bezoldiging tot uiterlijk 52 weken na de aanvang van zijn ongeschiktheid. 2 Het recht op de uitkering vervalt met ingang van de eerste dag van de maand, volgende op die waarin de gewezen ambtenaar de leeftijd van 65 jaar heeft be reikt 3 Dit artikel vindt geen toepassing in de gevallen, ge noemd in artikel 7:5, derde lid. Artikel 7:7 1 Indien de gewezen ambtenaar binnen een tijdvak van 4 weken nadat de volgens de artikelen 7:5 of 7:6 gere gelde betaling van zijn laatstelijk genoten bezoldi ging of uitkering in verband met zijn herstel is ge staakt, wederom wegens ziekte ongeschikt wordt een naar aard en omvang soortgelijke betrekking te ver vullen, wordt de nieuw opgetreden ongeschiktheid als een voortzetting van de vorige beschouwd en wordt de betaling hervat. Voor het bepalen van het tijdstip waarop de in de artikelen 7:5 en 7:6 bedoelde termij nen zijn verstreken, worden perioden van ongeschikt heid een naar aard en omvang soortgelijke betrekking te vervullen, welke elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken zijn opgevolgd, samengesteld. 2 Dit artikel vindt geen toepassing op de gewezen ambtenaar die is ontslagen op grond van artikel 8:10. Zwangerschap en bevalling Artikel 78 1 De vrouwelijke ambtenaar heeft in verband met haar zwangerschap en bevalling recht op zwangerschaps- en bevallingsverlof gedurende ten minste zestien weken. 2 Het verlof als bedoeld in het eerste lid wordt ge lijkgesteld met de verhindering om haar betrekking te vervullen wegens ziekte, als bedoeld in artikel 7:1. Artikel 7:8:1 1 Naar keuze van de belanghebbende kunnen de 16 weken, bedoeld in artikel 7:8 worden opgenomen in een pe Blad 9 riode gelegen vanaf 6 weken voor de datum waarop vol gens een verklaring van arts of vroedvrouw de beval ling zal plaatsvinden (zwangerschapsverlof) tot maximaal 14 weken na de datum waarop de bevalling heeft plaatsgevonden (bevallingsverlof) 2 Het zwangerschapsverlof begint in elk geval 2 weken voor de vermoedelijke datum van de bevalling. De duur van het zwangerschapsverlof wordt van tevoren vastge steld behoudens het gestelde in het derde lid. Het bevallingsverlof begint op de werkelijke datum van de bevalling Als de bevalling later dan de vermoedelijke datum plaatsvindt, is dit niet van invloed op de vooraf gekozen duur van het bevallingsverlof. Als de bevalling eerder dan de vermoedelijke datum plaatsvindt, wordt het resterende zwangerschapsverlof toegevoegd aan het bevallingsverlof. 3 De duur van de verhindering om de betrekking te ver vullen wegens zwangerschap, gelegen buiten het op grond van het tweede lid gekozen tijdvak, doch binnen zes weken voor de vermoedelijke datum van de beval ling, wordt op dat tijdvak in mindering gebracht. Artikel 7:9 Gedurende de periode dat de vrouwelijke ambtenaar zwan gerschaps- en bevallingsverlof heeft opgenomen, geniet zij haar volle bezoldiging. Artikel 7:10 1 De gewezen vrouwelijke ambtenaar wier bevalling waar schijnlijk is, onderscheidenlijk plaatsvindt binnen 16 weken na haar ontslag, ontvangt een zwangerschaps- en bevallingsuitkering ter hoogte van haar laat stelijk genoten bezoldiging overeenkomstig het be paalde in artikel 7:8, eerste lid. 2 Indien en voor zolang de gewezen vrouwelijke ambte naar na beëindiging van de haar op grond van het be paalde in het eerste lid toekomende uitkering nog arbeidsongeschikt is in de zin van artikel 1:1, eer ste lid, onderdeel o, danwel binnen vier weken na deze beëindiging arbeidsongeschikt wordt in de zin van artikel 1:1, eerste lid, onderdeel o, zijn de artikelen 7:6 en 7:7 van overeenkomstige toepassing. De in artikel 7:6 genoemde termijnen worden geacht aan te vangen op de dag na die, waarop de uitkering als bedoeld in het eerste lid eindigt. Uitkering wegens ongeschiktheid als gevolg van de dienst Artikel 711 1 Aan de gewezen ambtenaar die recht heeft op een WAO- conforme uitkering wordt -indien de arbeidson-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 220