Blad 22
2 Onder diensttijd bedoeld in het eerste lid wordt mede
verstaan de tijd doorgebracht in de betrekking waar
uit het ontslag, bedoeld in artikel 10:1, is
verleend, indien aan die tijd op grond van de Rege
ling beperking en uitbreiding ambtenaarschap in de
zin van de Abp-wet (stc. 1994, 98) het ambtenaarschap
in de zin van evengenoemde regeling niet is verbon
den
3 In afwijking van het bepaalde in het eerste en tweede
lid blijft buiten beschouwing:
a diensttijd liggende voor een onderbreking van meer
dan een jaar daarvan wegens verleend ontslag, be
halve voor de toepassing van artikel 10:8, derde
tot en met vijfde lid;
b diensttijd welke in aanmerking is genomen bij de
berekening van de duur van een eerder toegekend
wachtgeld of een daarmede gelijk te stellen uit
kering wegens onvrijwillige werkloosheid ten laste
van de overheid, behalve voor de toepassing van
artikel 10:8, derde tot en met vijfde lid;
c diensttijd welke in aanmerking is genomen bij de
berekening van een pensioen krachtens het pensi
oenreglement danwel voorafgaat aan een ontslag ver
leend op grond van artikel 8:3 van deze regeling of
een soortgelijke bepaling in een andere overheids
regeling
d tijd, bedoeld in artikel 5.4 van de pensioenregle
ment
e tijd in een aangehouden betrekking, danwel in een
betrekking welke de betrokkene had kunnen aanhou
den, doch uit welke hij vrijwillig ontslag heeft
genomen met ingang van de datum waarop het wacht
geld ingaat
4 Indien en voorzover diensttijd die bij de berekening
van het wachtgeld in aanmerking is genomen met een
overheidspensioen anders dan ten laste van de Stich
ting Pensioenfonds ABP wordt vergolden, worden de
duur en het bedrag van het wachtgeld met ingang van
de dag waarop dit pensioen is ingegaan, herberekend,
waarbij die diensttijd buiten beschouwing wordt gela
ten
Dienstbetrekking
Artikel 10:4
1 Deze regeling verstaat onder dienstbetrekking iedere
publiekrechtelijke of privaatrechtelijke
arbeidsverhouding waarbij in dienst van een natuur
lijke persoon of een lichaam werkzaamheden tegen be
zoldiging of loon worden verricht.
2 Het bepaalde bij of krachtens de artikelen 4, 5 en 6
van de Werkloosheidswet is van overeenkomstige
Blad 23
toepassing
Bezoldiging
Artikel 10:5
1 In deze regeling wordt verstaan onder 'bezoldiging'
de bezoldiging bedoeld in artikel 3:1, tweede lid,
van deze regeling, zoals deze laatstelijk vóór het
ontslag aan de betrekking was verbonden, vermeerderd
met de vakantietoelage, bedoeld in artikel 6:3 van
deze regeling.
2 Voorzover in de bezoldiging een bedrag moet worden
begrepen wegens de vergoeding, bedoeld in artikel 3:3
van deze regeling, wordt dit bedrag berekend naar het
gemiddelde over de aan de dag van het ontslag vooraf
gaande twaalf volle kalendermaanden.
3 Indien in de bezoldiging anders dan wegens periodieke
verhoging wijziging zou zijn gekomen als de betrokke
ne de betrekking op die bezoldiging zou zijn blijven
vervullen, geldt met ingang van de dag van in werking
treden van die wijziging het gewijzigde bedrag als
bezoldiging.
4 Indien de bezoldiging wegens verminderde werkzaam
heden voorafgaande aan de opheffing van de betrekking
lager was dan zonder verminderde werkzaamheden het
geval zou zijn geweest, kan de bezoldiging ten gunste
van betrokkene worden herzien.
Recht op wachtgeld
Artikel 10:6
1 De betrokkene, bedoeld in artikel 10:1, eerste lid,
heeft recht op wachtgeld met ingang van de dag waarop
het ontslag ingaat, tenzij de betrokkene:
a ter zake van dat ontslag recht heeft op een pen
sioen wegens het bereiken van de pensioengerech
tigde leeftijd;
b op dat moment recht heeft op een WAO-conforme uit
kering, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van
8 0% of meer;
c terzake van dat ontslag recht heeft op een sup
pletie als bedoeld in hoofdstuk 11a van deze rege
ling
2 De betrokkene, bedoeld in het eerste lid, onderdeel
b, heeft recht op wachtgeld met ingang van de dag
waarop de mate van arbeidsongeschiktheid op een lager
percentage wordt vastgesteld dan 80%. De hoogte van
dit wachtgeld wordt vastgesteld te rekenen vanaf de
datum van ontslag op grond waarvan recht op WAO-con
forme uitkering, in voorkomend geval vermeerderd met
een invaliditeitspensioen, is ontstaan.
Ter bepaling van de duur van het wachtgeld wordt voor