Blad 2 c. de alleenstaande ouder: d. de niet onmiddellijk bemiddelbare uitke ringsgerechtigde uitzondering van de dienst betrekking in het kader van de banenpool en de Jeugdwerkgarantiewet de ongehuwde die volledige zorg heeft voor een of meer tot zijn last komende kinderen, niet ouder dan 12 jaar, en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander; de uitkeringsgerechtigde die met inachtneming van het ar beidsbureau te Leeuwarden en het gemeentebestuur overeen gekomen categoriseringsmodel in categorie B of C is inge deeld als de categorisering zou hebben plaatsgevonden. HOOFDSTUK II Voorwaarden voor het recht op premie Premie deeltijd alleenstaande ouders Artikel 2 1. De uitkeringsgerechtigde, die alleenstaande ouder is en die een dienstbetrekking in deeltijd aanvaardt, waarvan de inkomsten minder bedragen dan de toepasselijke bijstandsnorm of grondslag, wordt een premie toegekend. 2. De premie, bedoeld in het eerste lid, wordt niet ver leend, als recht op premie bestaat op grond van artikel 8 van deze verordening. 3. De premie wordt zodanig bepaald, dat het netto te ontvangen bedrag gelijk is aan de som van: a. 5% van de bijstandsnorm als bedoeld in artikel 30, aanhef en onder c, van de Algemene bijstandswet, en b. 2 5% van de netto-inkomsten uit arbeid na aftrek van het onder a bedoelde bedrag, (een en ander niet hoger dan ééntwaalfde deel van het in artikel 43, lid 2, onder i, van de Algemene bijstandswet vermelde maximumbedrag) 4. De verlening van de premie wordt beëindigd, zodra de uitkeringsgerechtigde niet langer betaalde arbeid verricht. In afwijking van de eerste volzin wordt de premie in geval van arbeidsongeschiktheid voortgezet tot de dag, gelegen één maand na de eerste dag van ar beidsongeschiktheid, mits de dienstbetrekking in stand blij ft 5. Tenzi] de verlening van premie eerder is geëindigd, eindigt het recht op premie op de dag, gelegen 24 maanden na de dag waarop de inkomsten uit arbeid in Blad 3 dienstbetrekking voor het eerst zijn verworven, onverminderd het bepaalde in de leden 6 en 7 6De periode van 24 maanden wordt verlengd met de duur van de perioden, waarover de premie niet is verleend vanwege het niet verrichten van arbeid. 7. Indien de uitkeringsgerechtigde op het moment van het aflopen van de periode van 24 maanden - eventueel na verlenging op grond van het vorig lid - de volledige zorg heeft voor een kind jonger dan 5 jaar wordt de verlening van premie voortgezet tot en met de kalendermaand, waarin het kind deze leeftijd bereikt. 8Het verlenen van de premie is in beginsel eenmalig en beperkt tot de - eventueel verlengde - periode van 24 maanden of tot het in het overige lid bedoelde datum. Herhaalde toepassing van de regeling of verlenging van de periode met telkens zes maanden is alleen mogelijk, als bijzondere, individuele omstandigheden daartoe aanleiding geven 9. Aan de uitkeringsgerechtigde wordt een premie bij wijze van een slottermijn verleend, als hij in de periode van 6 maanden na beëindiging van de premie over de volledige periode van 24 maanden onafgebroken, danwel in het tijdvak van 9 maanden nadien over tenminste 6 maanden inkomsten uit arbeid heeft verworven, die in mindering zijn gebracht op de uitkering. 10. De hoogte van de in het vorige lid bedoelde premie bedraagt de helft van het bedrag dat over de laatste 12 maanden is uitgekeerd aan periodieke premies. Premie deeltijdwerk overige uitkeringsgerechtigden Artikel 3 1. De uitkeringsgerechtigde, die niet onmiddellijk bemiddelbaar is en die een dienstbetrekking in deeltijd aanvaardt, waarvan de inkomsten minder bedragen dan de toepasselijke bijstandsnorm of grondslag kan een premie worden toegekend. 2. De nettopremie bedraagt ten hoogste 25% van de netto inkomsten uit arbeid tot een maximum van ééntwaalfde deel van het in artikel 43, lid 2, onder i, van de Algemene bijstandswet vermelde bedrag en wordt verleend gedurende maximaal 12 maanden. Het in artikel 2, leden 4, 5, 6 en 9 en 10 bepaalde is van overeenkomstige toepassing. 3De in het vorige lid bedoelde termijn van 12 maanden kan voor de uitkeringsgerechtigde, die in categorie C is ingedeeld of zou zijn als deze indeling zou hebben plaatsgevonden, worden verlengd, indien en zolang hij als gevolg van in de persoon of in het gezin gelegen belemmeringen aangewezen blijft op uitkering.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 259