3.5 De overeenkomst met de bouwaannemer.
Op 14 januari 1992, één dag na bovengenoemde raadsvergadering
waarbij het bouwkrediet andermaal werd verhoogd tot uiteindelijk ruim
50 miljoen in totaal, werd door B&W besloten tot gunning van de werk
zaamheden voor de bouw, de werktuigkundige installaties, de elektro
technische installaties en de liften. Vanwege het vaststaan van de
bedragen konden de laatste drie genoemde werkzaamheden onmiddel
lijk worden opgedragen aan de betreffende nevenaannemers. Dit gold
echter niet voor de bouwopdracht aan BAM Bredero Bouw BV te Bunnik.
Dienaangaande hield het besluit het voorbehoud in: "voor een nog nader
binnen het budget vallend bedrag".
Opdacht Dit voorbehoud vloeide mede voort uit de wens van de gemeenteraad,
dat eerst nog pogingen zouden worden aangewend om tot bezuinigin
gen op de bouwkosten te komen, dat die wens niet zonder grond was
bleek wel uit het feit dat de uiteindelijke aanneemsom die bij het schrifte
lijk contract van 12 maart 1992 uit de bus kwam, toch nog drie ton
boven de door de raad vastgestelde begroting kwam te liggen. Tegen
over de met veel moeite aangebrachte bezuiniging van ongeveer een
half miljoen stond namelijk een zoveel hoger bedrag als gevolg van een
inmiddels plaats gehad hebbende invulling van de hoeveelhedenstaat.
Intussen was de bouw ingevolge een mondelinge opdracht door ir.
Snijder van 16 januari 1992 op 20 januari reeds begonnen.
Het schriftelijk contract werd namens het college van Burgemeester en
Wethouders ondertekend door ir. J.C. Snijder en namens BAM Bredero
Bouw door dr. J. de Vries. De opdracht had betrekking op het bouwen
van het Stadskantoor en het renoveren van het Burmaniahuis, beide
volgens een bestek van EGM-architecten BV met bijlagen. Zoals gebrui
kelijk bestond het bestek uit een technisch en een juridisch deel, respec
tievelijk betrekking hebbend op het bouwplan en de besteksbepalingen.
Laatstgenoemde bepalingen behelzen naast een algemene verwijzing
naar de Uniforme Administratieve Voorwaarden (UAV 1989) een groot
aantal aanvullingen en wijzigingen daarop, telkens bij de betrokken UAV-
artikelen. Voor het onderzoek van de commissie zijn met name de
bepalingen met betrekking tot het meer en minder werk uit UAV en
bestek van belang. Vandaar dat de schriftelijke opdracht en deze bepa
lingen als bijlagen 10 en 8 aan het rapport zijn toegevoegd.
zigingen), 37 (stelposten), 38 (hoeveelheden) en 39 (afwijkingen van
verrekenbare hoeveelheden). Op bijlage 8 zijn in de linkerkolom met
name de paragrafen 35 en 36 opgenomen en daaraan voorafgaand ook
paragraaf 27, handelend over de door de directie (EGM) op te maken
weekrapporten die onder andere ook het meer en minder werk van week
tot week moesten bijhouden. Gemeenschappelijk doel van al deze
bepalingen is de opdrachtgever, in dit geval de gemeente, te bescher
men tegen juist datgene wat de gemeente Leeuwarden is overkomen,
namelijk achteraf bij de eindafrekening nog te worden geconfronteerd
met onverwachte budgetoverschrijdingen als gevolg van meer en minder
werk.
gever niet voldoende gevonden. Vandaar dat in de besteksbepalingen,
vermeld in de rechterkolom van bijlage 8 een vrij groot aantal verscherp
te bepalingen zijn opgenomen, welke tezamen met die van de UAV een
geheel sluitend systeem van rechtsbescherming van de opdrachtgever
vormen. Op een vraag van de commissie aan de heer M.G. Kuipers van
EGM, wat de achtergrond van deze bepalingen was, antwoordde deze
dat ze mede de architect in staat stelden de aannemer in de greep te
houden. Uit de korte weergave welke hierna volgt zal duidelijk worden
dat niet alleen bij een strikte, doch zelfs bij een redelijke naleving van
deze bepalingen zich geen enkele verrassing voor de gemeente bij de
eindafrekening had kunnen voordoen.
graaf 27 lid 2 van de UAV telkens uiterlijk op de vijfde dag na het
verstrijken van de werkweek, waarop zij betrekking hebben, worden
opgenomen in het weekrapport. Het door de directie ondertekende
weekrapport moest in afwijking van lid 3 binnen dezelfde korte termijn
aan de aannemer ter ondertekening worden voorgelegd en wel ingevol
ge punt 92 bij artikel 27. De bedoeling was het meer en minder werk als
het ware op de voet te volgen. Behalve in de weekrapporten werd dit
werk ook in de bouw- en werkvergaderingen gemeld.
werk moest volgens de besteksbepalingen zo spoedig mogelijk plaats
vinden. Nadat in paragraaf 35 sub 90 is aangegeven dat alle bijbetalin
gen -ook die krachtens de risicoregeling voor loon- en prijsstijgingen- als
meer en minder werk zullen worden verrekend, wordt sub 91 aangege
ven hoe die verrekening zal geschieden. Het komt erop neer, dat zodra
het saldo van f 100.000,- is bereikt, verrekening moet plaatsvinden, zodat
er uiteindelijk bij de eindafrekening zo weinig mogelijk resteert.
Geen meer- en minder werken mochten volgens paragraaf 35 sub 94
van de besteksbepalingen worden uitgevoerd zonder schriftelijke (prijs)-
opgave van de aannemer en zonder schriftelijke opdracht van de
opdrachtgever. De (prijs)opgave van de meer- en minderwerken behoef
de de goedkeuring van de directie. Dit principe is in verscherpte vorm
nog enkele malen herhaald bij de bestekswijzigingen die onderwerp
uitmaken van paragraaf 36 van de UAV. Meer en minder werk kan
namelijk in afwijking van het bestek plaats vinden, doch ook tot wijziging
ervan aanleiding geven, zoals bijvoorbeeld bij de renovatie van het
Burmaniahuis en de verplaatsing van het bedrijfsrestaurant ten behoeve
van de PTT het geval is geweest.
Bestekswijzigingen Hoewel de leden van paragraaf 36 sub 90 onder bestekswijzigingen zijn
opgenomen luiden ze zo algemeen dat zij hierna afzonderlijk aan de
orde komen. Wel speciaal over het opdragen van bestekswijzigingen
handelt paragraaf 36 sub 92. Daarvoor is een schriftelijke, door de op
drachtgever rechtstreeks aan de aannemer te verstrekken opdracht
vereist. Zonder een dergelijke opdracht mag de aannemer de wijziging
niet uitvoeren en zelfs niet daarvoor materialen bestellen. Ook worden
hieraan ontleende aanspraken op meerwerk niet erkend.
Over de financiële consequenties van het meer en minder werk handelt
de reeds genoemde paragraaf 36 sub 90. Binnen 10 dagen na signale
ring en melding van een meer en/of minder werk, dienen de financiële
consequenties daarvan, met een gespecificeerde opbouw van de gehan
teerde verrekenprijzen, in het bezit van de directie te zijn. Slechts na
uitdrukkelijke goedkeuring door directie en lot opdrachtgever zal de
betreffende opdracht als meerwerk door de aannemer worden opge
voerd en door de opdrachtgever worden betaald.
17
Schriftelijk con
tract
Bepalingen meer en De UAV 1989 wijdt zelf een geheel hoofdstuk (10) aan het meer en
minder werk minder werk en wel met de paragrafen 35 (verrekening), 36 (bestekswij
Verscherpte bepaün- Terecht heeft EGM-architecten de genoemde UAV-bepalingen voor het
gen onderhavige geval met het oog op het krappe budget van de opdracht
16
weekrapporten Aantekeningen betreffende meer en minder werk moeten volgens para
Verrekening Niet alleen de bijhouding, ook de verrekening van het meer en minder
Schriftelijke prijs
opgave en opdracht
Financiële conse
quenties