31 wethouder tijdens de rondvraag geïnformeerd, zo moet uit de gesprek ken worden afgeleid, aangezien mededelingen tijdens de rondvraag ge daan, blijkens vast Leeuwarder gebruik, niet worden genotuleerd. Op 19 januari 1994 werd het stadskantoor officieel geopend. Het wach ten was vervolgens op de definitieve gegevens. In het college van B&W schijnt de zaak niet weer aan de orde te zijn geweest voor het verschij nen van de meer definitieve cijfers. De collegeleden maakten zich blijkbaar nog niet echt ongerust. Ook de nieuwe wethouder, mevrouw Vlietstra, zag geen aanleiding ter gelegenheid van de overname van de portefeuille van haar voorganger, de gang van zaken ten aanzien van deze begrotingsoverschrijding als een echt probleem te zien. Toen op 21 juni 1994 de in april toegezegd schriftelijke financiële verantwoording van de projectmanager eenmaal kwam, bleek die naar het oordeel van het college zonder nadere toelichting niet goed te begrijpen, mede omdat zijn becijferingen en de boekhouding van de DS&M niet op elkaar aansloten. De gemeentesecretaris kreeg de opdracht een verklarende nota te (doen) schrijven. Die nota werd na de vakanties op 15 november 1994 in B&W vastgesteld en kwam in november 1994 in de raadscom missie. De commissie kan naar de reden van de opeenvolgende vertragingen slechts gissen. Het college vond het direct in het begin van het jaar waarschuwen van de raad op basis van de rapportage van de wethou der kennelijk niet wenselijk. Deels wellicht omdat de cijfermatige omvang van het probleem nog niet bekend was, welk gebrek aan kennis overi gens op zichzelf al een getuigenis van zwakte inhield, deels omdat op vragen onvoldoende antwoord gegeven kon worden, deels wellicht ook omdat het zelf de ernst van de situatie onvoldoende inzag, aangezien men wel dekking voor de overschrijding meende te hebben. De nieuw aangetreden wethouder zag evenmin aanleiding de raad te informeren. Dat het college de raad niet op de hoogte stelde na het ontvangen van de rapportage van de projectmanager (gedateerd 21 juni 1994), is naar de mening van de commissie nog minder goed te begrij pen. Naar eigen zeggen hebben enkele collegeleden zich gerealiseerd dat men zozeer van hem afhankelijk was geworden, dat niets diende te geschieden dat zijn heengaan zou kunnen veroorzaken, temeer nu hij nog druk bezig was met de problematiek van de Harmonie. Men was inmiddels ook nog afhankelijk geworden van zijn medewerking in verband met lopende arbitragezaken. 5.2 Toegespitste conclusies t.a.v. partijen Onverkort hetgeen hiervoor is geschreven, worden in deze paragraaf in toegespitste vorm conclusies weergegeven ten aanzien van de vier contractpartijen. Wanneer slechts één van de vier contractpartners zijn wettelijke, respec tievelijk contractuele verplichtingen volgens onderstaand schema be hoorlijk had nageleefd, was van onverwachte overschrijdingen bij de eindafrekening geen sprake geweest. Tot de volgende tekortkomingen kan ten aanzien van de onderscheiden partijen geconcludeerd worden: a) Onbeperkt budgetmandaat aan een niet-ondergeschikte in strijd met heersende opvattingen binnen het algemeen bestuursrecht; onvol doende onafhankelijkheid van de administrateur van de DS&M, geen inschakeling van concern-financiën en accountant. b) Volledig gebrek aan financiële en juridische controle in strijd met de Gemeentewet en controleverordening (265 bis oud, en 213 nieuwe Gemeentewet) c) Onvoldoende onderzoek in eigen administratie na melding van overschrijdingen in september 1993 en januari 1994 en mede daar door te late rapportage aan de gemeenteraad. Overigens gaat ook de gemeenteraad niet vrij uit, omdat deze als algemeen bestuur van de gemeente in ieder geval van de beide eerstgenoemde tekortkomingen op de hoogte had kunnen zijn en zich ook van de contractuele waarborgen omtrent meer en minder werk had kunnen vergewissen. Projectmanager a) Onvoldoende budgetbewaking volgens hem gegeven opdracht, met name wat de zorg voor de naleving van de besteksbepalingen betreft. b) Onvoldoende informatieverstrekking aan de gemeente over kosten- verloop, hoewel dit hem al in een vroeg stadium bekend kon zijn (medio 1992). c) Onbevoegd gegeven betalingsopdrachten voor meer- en minder- werksaldi die volgens de letter van het contract onverschuldigd waren. Architect a) Onvoldoende uitgewerkt en in het kader van het beschikbare budget ook niet financieel haalbaar bouwplan, waardoor belangrijke bezuini gingen na aanbesteding nog noodzakelijk waren. b) In verband daarmee mogelijk ook te hoge declaraties in het licht van artikel 57 SR-1998 (aansprakelijkheid architect voor overschrijding bouwkosten). c) Onvoldoende directievoering wat betreft bijhouding financiële stand meer en minder werk, mede door onvoldoende toezicht op de naleving van de besteksbepalingen. Dit laatste klemt temeer, nu die bepalingen door EGM zelf in het bestek waren opgenomen, juist om de gemeente voor dit soort verrassingen te vrijwaren. Aannemer a) Niet tijdige prijsopgave na signalering en melding meer en minder werk. b) Doorvoering bestekswijzigingen en uitvoering meer en minder werk zonder schriftelijke opdracht van de opdrachtgever. c) Ten onrechte in rekening brengen van onbevoegd uitgevoerd werk. Dit alles in strijd met besteksbepalingen. 5.3 Aanbevelingen a) Opstellen van een goed uitgewerkt programma van eisen. b) Uitgaan van een reële begroting van benodigde gelden en van een reële planning van de bouwtijd c) Maken van eenduidige afspraken, contracten, etc., en een eenduidi ge verantwoordelijkheidsverdeling d) Systematische informatieverschaffing e) Onafhankelijke administratieve controle inclusief harde bewaking van uit de afspraken en contracten volgende procedures f) Tijdige inschakeling van de accountant g) Zorgvuldige overdracht van wethoudersportefeuille. h) Aanvulling nota 'Grote bouwkundige projecten' met bestuurlijke en contractuele waarborgen inzake meer en minder werk. i) Aanbeveling aan de VNG omtrent mogelijke leidraad voor grote projecten.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 327