lemeente leeuwarden Blad 2 a. kaart nr. 23-40A met bijbehorende verklaring, waar op de bestemming van de in het plan begrepen gron den wordt aangegeven; b. voorschriften omtrent het gebruik van de in het plan begrepen gronden en van de zich daarop bevin dende opstallen, welk plan op de volgende punten afwijkt van het ontwerp, dat ter visie heeft gele gen; 1. aan artikel 4: Woondoeleinden, lid A sub 1 onder 2 wordt de volgende zinsnede toegevoegd: "met dien verstande dat dit voor wat betreft het terrein aan de Harlingerstraatweg hoek Bilderdijkstraat (oost zijde) beperkt wordt tot een vloeroppervlakte van maximaal 200 m2"; 2. de plankaart wordt voorzien van een aanduiding be treffende een straalverbindingstraject met analoog symbool in de legenda; 3aan de planvoorschriften wordt artikel 13a (Hoofd stuk 3, Overige bepalingen) toegevoegd, luidende: Artikel 13a: Maximumhoogte bouwwerken in bescher- mingsgebied straalverbindingstraieet Voorzover zulks niet bij de diverse bestemmingen is geregeld is het verboden in het op de kaart als "beschermingsgebied straalverbindingstraject" aan geduide gebied bouwwerken op te richten met een grotere hoogte +NAPdan het op de kaart aangege ven aantal meters 4aan artikel 7 (Uit te werken Gemengde doeleinden) lid C (Uitwerkingsregels) wordt als sub 4 toege voegd: Bij de inrichting moeten de afstandscriteria zoals die zijn opgenomen in het Besluit LPG-tank- stations Hinderwet in acht worden genomen. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Weigeren tot het nemen van een voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening voor het perceel Druifstreek 55 te Leeuwarden. Bijlage nr. 148 Aan de Gemeenteraad. Op 8 mei jl. heeft u besloten de brief van de heer mr. W. Sleijfer van 3 april 1995, waarin namens de heer H.J. Romeijn te Leeuwarden verzocht wordt om een voorbereidingsbesluit te nemen voor het perceel Druifstreek 55, alhier, teneinde de vestiging van een horecabedrijf (café) daarin mogelijk te maken, om preadvies in handen te stellen van ons college. De heer Sleijfer schrijft, dat ons college negatief heeft beslist op het verzoek van de heer Romeijn om - voorzover nodig - planologisch medewerking te verlenen aan de vestiging van een cafébedrijf, omdat dit in strijd zou zijn met het bestemmingsplan "Blokhuisplein e.o.". Zijn cliënt, aldus de heer Sleijfer, ziet niet in welke belangen zich - in redelijkheid - tegen de vestiging van een café in dit pand kunnen verzetten, waarbij erop gewezen wordt dat de Druifstreek bij uitstek geschikt is voor het vestigen van meerdere horecabedrijven, zonder dat dit het leefmilieu ter plaatse aantast. Bovendien is dit pand voor een horeca bedrijf zeer geschikt en hebben pogingen van cliënt het pand voor andere doeleinden te gebruiken, geen effect gesorteerd Naar aanleiding hiervan merken wij het volgende op. De heer Romeijn stelt zich op het standpunt - en dit klinkt ook door in de brief van 3 april jl. - dat de gebruiksvoor schriften van het bestemmingsplan "Blokhuisplein e.o." zich niet tegen een gebruik als horecabedrijf verzetten. Wij verschillen hierover van mening met de heer Romeijn. Dit komt ook tot uitdrukking in de correspondentie die met de heer Romeijn is gevoerd, m.n. in de brief van 2 november 1994 (deze correspondentie ligt voor u bij de stukken ter inzage)In bedoelde brief wordt erop gewezen dat in het bestemmingsplan "Blokhuisplein e.o." een verband is gelegd tussen: a. de bestemming, b. de bepalingen omtrent het bouwen en cde gebruiksbepalingenBelangrijk is uiteraard de gebruiksbepaling (artikel 17, eerste lid)Het is verboden grond te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in het bestemmingsplan aan de grond gegeven bestemming; evenzeer is het verboden opstallen te gebruiken C xA Sjoch dizze stêd; sjoch wat der rünom bart It aide spegelet him yn wat de takomst hat - Piter Terpstra 13

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 43