Blad 2 anders dan ten behoeve van de bestemmingen waarvoor deze mogen worden gebouwd. De heer Romeijn heeft o.a. aangevoerd, dat aan dit pand de bestemming "Gemengde doeleinden" is gegeven, waaronder mede worden begrepen horecavoorzieningenHij is dan ook van me ning, dat het beoogde gebruik niet strijdt met het gestelde in artikel 17 van de planvoorschriften en derhalve reeds bij recht zou zijn toegestaan. De omstandigheid, dat in artikel 4, onder B van de plan voorschriften regelen zijn gesteld omtrent het bouwen van opstallen, doet naar zijn mening aan het vorenstaande niet af, omdat van bouwen in de zin van deze bepaling geen sprake is Ten aanzien hiervan merken wij op, dat uitgangspunt voor o.a. dit bestemmingsplan is geweest dat bij de bestemming "Gemengde doeleinden" niet slechts een bestemming dient te worden gegeven voor de begane grond, maar tevens voor de eventuele tweede en volgende bouwlagen. De bepalingen onder B (bepalingen omtrent het bouwen) dienen te worden gezien in samenhang met het bepaalde onder A (bestemming) en uiteraard met de plankaart en de tabellen. Onder B is immers bepaald dat op de in de lid A bedoelde gronden bepaalde functies (woningen, winkels, kantoren, horecavoorzieningen enz.) uitsluitend (op de begane grond) mogen worden gebouwd op die plaatsen waar op de plankaart een betreffende aanduiding voorkomt. Bij de bestemming "Gemengde doeleinden" draagt elk pand dan ook een aanduiding welke de gewenste bestemming aangeeft, aldus de toelichting. Er is een relatie gelegd met de tabellen, in die zin dat in de kolom "Toelaatbaar volgens plan" de primaire bestemming staat zoals die op de plankaart staat aangegeven, in dit geval "winkel". Onder B wordt voorts bepaald wat op de tweede en eventuele volgende bouwlagen mag worden gebouwd (woningen)hetgeen als een sub-bestemming dient te worden gezien De omstandigheid dat in dit geval blijkbaar van een verbou wing geen sprake is, is naar onze mening niet relevant. Gezien de onderlinge samenhang tussen voorschriften, ta bellen en plankaart is de (primaire) bestemming van het perceel duidelijk, terwijl het daarnaast verboden is grond te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in het bestemmingsplan aan de grond gegeven bestemming, waaraan toegevoegd is dat het evenzeer verboden is op stallen te gebruiken anders dan ten behoeve van de bestem Blad 3 mingen waarvoor deze mogen worden gebouwd. Toepassing van de wijzigingsbepalingen ten behoeve van een horecavoorzie- ning is niet mogelijk, zodat een dergelijk gebruik evenmin mogelijk is. Op grond van de bij de voorschriften van dit bestemmingsplan behorende tabellen mogen in blok 8, blokzijde 2 (Druifstreek 53-63) namelijk slechts twee panden een horecabestemming hebben, hetgeen nu reeds het geval is Gelet op de ligging is het voorts zeer wel denkbaar dat het pand als winkel wordt gebruikt, waartoe het objectief gezien ook de geschiktheid bezit, zodat evenmin sprake kan zijn van toepassing van de zgn. toverformule (artikel 17, tweede lid) Uit planologische overwegingen is het niet wenselijk in dit deel van de straat aan meer panden een horeca-bestemming te geven. Behoud van het karakteristieke en gevarieerde karakter van de Druifstreek en de Tweebaksmarkt en het tegengaan van een horecaconcentratie op deze plaats, zoals o.m. is neergelegd in de beleidsnota "de Horeca in de binnenstad van Leeuwarden" vormen hiervan de achtergrond. Het gaat hierbij met name om het behoud van de winkel functie en het bevorderen van het wonen. Tenslotte merken wij nog op, dat de president van de Arrondissementsrechtbank te Leeuwarden, sector Bestuurs recht, op 9 december 1994 een verzoek om voorlopige voorziening van de heer Romeijn (nadat de gevraagde planologische medewerking geweigerd was) heeft afgewezen. Gelet op het vorenstaande, zijn wij tot de conclusie gekomen, dat het verzoek van de heer Romeijn (om een voorbereidingsbesluit te nemen)niet voor inwilliging in aanmerking komt

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 44