Blad 2 Optie 2de personele unie van bestuur Deze constructie betekende weliswaar niet in formele zin een fusie tussen de twee instituten, maar zij zou wel ver regaande samenwerking en integratie mogelijk maken. Uw be sluit om de panden Raadhuisplein nrs23 en 25 aan te wen den voor dit doel hield nauw verband met deze optie; zonder gezamenlijke huisvesting onder één dak was de beoogde sa menwerking onmogelijk en zou geen integratiewinst kunnen worden geboekt Omdat de tweede optie de meest wenselijke en bovendien een reële optie was, heeft de dienst Welzijn na uw besluit in november 1994 deze optie verder uitgewerkt. In januari 1995 is een projectgroep van start gegaan die de juridische, organisatorische, rechtspositionele, financiële, bestuur lijke en administratieve aspecten van de instelling van een bestuurscommissie ex artikel 82 concreet heeft uitgewerkt. De projectgroep heeft vervolgens voorstellen en discussie punten geformuleerd en deze voorgelegd aan het 'bestuurlijk platform kunstzinnige vorming'Dit bestuurlijk platform bestaat uit bestuursvertegenwoordigers van zowel De Blauwe Stoep als van het GML; namens ons college zijn in dit plat form het raadslid mevrouw A. Schaafsma en de portefeuille houder Cultuur afgevaardigd. Het bestuurlijk platform heeft in zijn vergadering van 17 mei 1994 ingestemd met de con cept-verordening, -samenwerkingsovereenkomst en -statuten zoals deze nu aan u worden voorgelegd. Nog vóórdat de projectgroep de voorstellen heeft voorgelegd aan het bestuurlijk platform, zijn deze gestuurd aan de resonansgroep, waarin medewerkers van beide instituten zijn vertegenwoordigd Op de hiervoor geschetste wijze zijn zowel medewerkers als bestuurders betrokken geweest bij de vormgeving van de de finitieve voorstellen tot samenwerking zoals die nu ter vaststelling aan u worden voorgelegd. Met betrekking tot het standpunt van zowel de resonans groep, de projectgroep, het bestuurlijk platform als ook van de MZC van het GML, moeten wij echter met klem het vol gende onder uw aandacht brengen. Wij hebben bij onze voorstellen aan u inzake de kunstzinni ge vorming in november 19 94 twee uitgangspunten aangehou den. Ook u hebt bij uw principe-besluit tot de instelling van een bestuurscommissie ex artikel 82 voor het GML en de bestemming van de panden Raadhuisplein 23 en 25 voor de kunstzinnige vorming deze uitgangspunten voorop gesteld: 1. De kunstzinnige vorming dient in het kader van de be sluiten Herwaardering 1992-1996 met ingang van 1994 structureel f 6 ton te bezuinigen. Blad 3 Een belangrijk deel van de opgelegde bezuiniging kan worden gerealiseerd door nauwe samenwerking tussen beide instituten. 2. Op financiële, inhoudelijke en organisatorische gron den is nauwe samenwerking wenselijk. Gezamenlijke huisvesting onder één dak is daarvoor bovendien nood zakelijk. Het vorenstaande betekent dat alleen dan tot de door ons voorgestelde bestuurlijke constructie kan worden besloten, wanneer de kunstzinnige vorming van die gezamenlijke huis vesting is verzekerd. 2. Samenwerking commissie ex art. 82 van de Gemeentewet stichting. Voor de beoogde samenwerking tussen GML en stichting vormt de constructie 'personele unie van bestuur' de basis (optie 2) Deze 'constructie' moet optimale onderlinge afstemming garanderen in beleid, organisatie en beheer van de stich ting en het GML. Een drietal documenten is hiervoor essen tieel, te weten: 1. een verordening op de bestuurscommissie Gemeentelijk Muziekinstituut 2 een samenwerkingsovereenkomst tussen gemeente en stichting; 3. statuten van de stichting. Van elk van de drie wordt u een concept aangeboden. Deze drie concepten van verordening, samenwerkingsovereenkomst en statuten kunnen niet los van elkaar worden gezien. In eikaars context krijgen ze pas hun werkelijke betekenis. En hoewel er op het eerste gezicht misschien sprake lijkt te zijn van een papieren bureaucratische formule, biedt de constructie waarvoor is gekozen een kader dat - ook op ter mijn - goed werkbaar is. Belangrijke punten in deze constructie: - het bestuur van het GML, de Gemeenteraad, delegeert zo veel mogelijk van zijn bestuursbevoegdheden inzake het GML aan een bestuurscommissie ex artikel 82 van de Ge meentewet. De leden van deze bestuurscommissie voor het GML worden op voordracht van het bestuur van de stich ting benoemd door de Gemeenteraad ,- - in de samenwerkingsovereenkomst tussen de gemeente en de stichting wordt overeengekomen dat als bestuurslid van de stichting uitsluitend personen zullen worden genoemd die zitting hebben in de bestuurscommissie voor het GML. Aldus wordt optimale garantie verkregen in de onderlinge afstemming van bestuur, beleid en beheer van het GML en de stichting. Dit is van zeer groot belang, omdat de

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1995 | | pagina 63