10. Verslag van het gesprek met de Frigem (d.d. 20 juni 1995)
Gesproken is met de heer Brattinga
Hieronder volgende de belangrijkste uitkomsten van het gesprek:
- Het bestaan van een gemeentelijk minimabeleid is bekend, maar De Frigem heeft de
afgelopen jaren niets over de verschillende beleidsinstrumenten en de uitvoering van het
minimabeleid vernomen.
Het aantal probleemgevallen met betrekking tot de incasso is niet dramatisch gegroeid, maar
het aantal klanten van wie de betalingen via de sector Sociale Zaken geschieden is in vier
jaar tijd opgelopen van 300 tot 500.
Het gemiddeld aantal afsluitingen per maand bedraagt 10 a 15.
Energiebesparing is voor minima van extra belang: naast het algemene milieubelang is een
besparing op de huishoudelijke uitgaven voor minima meer dan welkom. Het energiever
bruik bij de gemiddelde Nederlander is de afgelopen paar jaar drastisch afgenomen, maar
het energieverbruik van de minima geeft eerder een stijging te zien. Daar komt bij dat de
energielasten van minima over het algemeen toch al relatief hoog zijn als gevolg van slecht
geïsoleerde woningen en het feit dat veel minima een groot deel van de dag thuis door
brengen.
Suggesties: koppel het aanbrengen van/adviseren over eenvoudige energiebesparende
maatregelen aan voorzieningen die door de G.S.D. en de G.K.B. verstrekt worden of koppel
het aan de activiteiten in het kader van inbraakpreventie.
Wanneer er betalingsproblemen zijn, is er vaak een veel te late onderkenning van de
financiële moeilijkheden door gebruikers. Een laagdrempelige voorziening op het terrein van
budgetbeheer en -begeleiding is wenselijk.
14
11. Verslag met vertegenwoordiger van de Leeuwarder woningcorporaties
(d.d. 9 november 1995)
Er is gesproken met de heer Kroppf van Stichting Woonservice '94; hoofd afdeling Bewoners
diensten, waarin alle publiekgerichte activiteiten zijn ondergebracht. De heer Kroppf is tevens
adjunct-directeur. Verder is er gesproken met de heer Deinum van Stichting BWL; hij is
hoofd Beheer en is in deze functie ook belast met alle publiekgerichte activiteiten.
Hieronder volgen de belangrijkste uitkomsten van het gesprek:
De woningbouwverenigingen zijn als bedrijf wel bekend met het minimabeleid, maar persoon
lijk zijn de heren niet bekend met het minimabeleid.
Uit de gesprekken met andere instanties bleek dat het zo nu en dan voorkwam dat mensen een
te dure woning toegewezen kregen. Volgens de vertegenwoordigers van de woningcorporaties
is dat bijna niet mogelijk. Het komt slechts zelden voor. Wanneer er desalniettemin iemand
een verklaring moet tekenen waarin hij aangeeft geen gebruik te zullen maken van huur
subsidie, berust dit op de verwachting dat de persoon de huur wel kan betalen.
De betalingsachterstanden zijn de afgelopen jaren iets toegenomen. Of dit nou de mensen met
een minimumuitkering betreffen is onduidelijk. Wel is het zo dat mensen die net niet meer
in aanmerking komen voor huursubsidie vaak betalingsachterstanden hebben. Wanneer mensen
hun maandelijks huur direct in willen laten houden door Sociale Zaken, wordt aan die wens
tegemoet gekomen.
De beide woningbouwverenigingen kennen een scherp incasso-beleid. Na een aantal waar
schuwingen kan na 2 a 3 maanden de deurwaarder al op de stoep staat. Wanneer geen gehoor
wordt gegeven aan het dwangbevel van de deurwaarder volgt een ontruiming. De woning
bouwverenigingen doen niet aan schuldsanering, maar kunnen wel een schuldregeling treffen.
Corporaties zijn niet snel geneigd om mee te gaan met schuldsanering omdat 9 van de 10 keer
blijkt dat mensen de huur toch nog op het laatste moment betalen.
Wanneer een huurder regelmatig betalingsproblemen heeft, neemt de afdeling incasso contact
op met de huurder om te praten over de problemen.
Op dit moment is het nog zo dat ontruiming plaats kan vinden zonder overleg met de
bewoner.
De woningbouwcorporaties zijn bezig om in een projectmatige vorm probleemhuurders te
begeleiden ter voorkoming van verplichte herhuisvesting. Op initiatief van de woningbouw
corporaties start op 1 januari 1996 een project met die doelstelling. In dit project zijn de
volgende instanties vertegenwoordigd:
- Gemeente Leeuwarden
- Woningcorporaties
- Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs (CAD)
- Opvangcentra De Terp en de Wending
- Stichting Hulp en Welzijn (HWL)
15