stand worden gehouden.
Het binnenonderhoud wordt door de afdeling bedrijfstaak
grotendeels in eigen beheer uitgevoerd.
1.2.2. Vervanging vloerbedekking
Tengevolge van bijstelling van prioriteiten in verband met de door
Gemeenteraad van Leeuwarden aan Museum het Princessehof
opgelegde bezuinigingen zijn geen middelen geraamd voor de
vervanging van de vloerbedekking in de publieksruimten.
De vloerbedekking, gelegd in de jaren 1972/1973, is geheel
versleten en dient in de beleidsperiode 1997-2000 te worden
vervangen.
(zie kostenramingen bijlage 2)
1.2.3. Vervanging verwarmingsinstallatie
In 1994 is geconstateerd dat de uit 1972 daterende verwarmings
installaties van het museum geheel zijn versleten en niet dan met
de grootst mogelijke moeite en hoge kosten voordurend geïmpro
viseerd kunnen worden gerepareerd. Bovendien veroorzaakt de
versleten installatie een te hoog gasverbruik.
Tevens is op grond van de Hinderwet vastgesteld dat de aanwezig
heid van de installaties in de oude stinskelders onder het gebouw
uit veiligheidsoverwegingen niet langer toelaatbaar is.
(zie kostenramingen bijlage 2)
1.2.4. Schoonmaken
Het schoonmaken van de publieks- en werkruimten geschiedt deels
door medewerkers van de afdeling bedrijfstaak buiten de openings
uren van het museum, deels door twee medewerkers op part-time
basis middels een extern schoonmaakbedrijf.
Na de verbetering van de doelmatigheid binnen de afdeling
bedrijfstaak kan op voldoende wijze worden voorzien in het
schoonhouden van het museumcomplex.
1.2.5. Restaurant
Het restaurant voorziet in de behoefte van het publiek aan een
rustpunt en verpozing tijdens het museumbezoek.
De functie van het restaurant is vereenvoudigd ten opzichte van de voorgaande jaren
zonder echter de genoemde doelstelling aan te tasten. De exploitatie is thans
kostendekkend.
1.2.6. Museumwinkel
Het museum exploiteert een bescheiden museumwinkel met als
doel in het bijzonder de publicaties van het museum te verkopen
en voorts om de eigen inkomsten te vergroten.
Een verdere ontwikkeling van de museumwinkel vindt echter
haar begrenzing door gebrek aan ruimte.
1.2.7.
Verzekeringen
De verzekeringen van de gebouwen zijn geregeld door de eigenaresse,
de gemeente Leeuwarden.
De verzekering van de collecties wordt door het museum geregeld.
Om de premiekosten verder te verlagen zal samenwerking worden
gezocht met het Fries Museum te Leeuwarden.
1.3.1. Beveiliging
De beveiliging van het museum berust bij de afdeling bedrijfstaak.
Tijdens de openingsuren wordt de beveiliging uitgevoerd door medewerkers
van de afdeling bedrijfstaak in combinatie met een electronische
objectbeveiliging. De dagbeveiliging door het personeel van de afdeling
bedrijfstaak en de verantwoordelijkheid voor de beveiligingsapparatuur
is geregeld op grond van werkroosters en op basis van een in 1993
opgesteld object- beveiligingsplan.
Regelmatig vindt controle en evaluatie van dit plan plaats.
De nachtbeveiliging geschiedt electronisch. De beveiligings
installatie is 's nachts aangesloten op de meldkamer van de politie.
Alle handelingen inzake de bediening van de beveiligings
installatie worden per computer vastgelegd en permanent
onderworpen aan controle. Alle meldingen worden eveneens
per computer geregistreerd en achteraf geëvalueerd.
Vernieuwingen en verbeteringen worden jaarlijks aangebracht op
advies van een externe beveiligingsadviseur.
Het is in 1995 gebleken, dat de constructie van de glazen
achterpui van de zaal voor de tijdelijke exposities onvoldoende
waarborgen biedt tegen inbraak middels geweld. Enkele
buitenlandse musea hebben in verband hiermee belangrijke
bruiklenen geweigerd.
Aanpassing van de constructie en het aanbrengen van extra mechanische
beveiliging is noodzakelijk.
(zie kostenramingen bijlage 2)
1.3.2. Brandbeveiliging
In 1994 is door de Brandweer vastgesteld dat het museum niet
voldoet aan de eisen ten aanzien.van brandpreventie en veiligheid
van het publiek. In overleg met de Brandweer is een plan gemaakt
om op voldoende wijze aan de gestelde eisen tegemoet te komen,
(zie kostenramingen bijlage 2)
9
8