In de beleidsperiode 1997 - 2000 zal samen met andere
musea en universiteiten aan de opstelling van een collectieplan Aziatische kunst en
kunstnijverheid in Nederlands openbaar bezit worden gewerkt.
(zie kostenramingen bijlage 2)
2.3.2. Onderzoek en documentatie Afdelingen Europese keramiek en
tegels
Op grond van eenzelfde aanpak zoals hiervoor met betrekking tot
het onderzoek en documentatie voor de afdeling Aziatische keramiek
is beschreven, zal elke twee jaar een deelcollectie Europese
keramiek worden ontsloten door middel van een bestands
catalogus. Gelijktijdig zal ook met betrekking tot het
betreffende deelgebied een tentoonstelling worden georganiseerd.
In 1997 zal op deze wijze de Art Nouveau collectie van het
museum worden ontsloten en gepresenteerd.
In de beleidsperiode 1997 - 2000 zal de bewerking en ontsluiting
worden gerealiseerd van de tegelverzamelingen uit Zuid Europa
en uit het Nabije Oosten.
Hiervoor zal een samenwerkingsproject worden ontwikkeld
met Museum Boymans van Beuningen en deskundigen in Groot-
Brittannië en Portugal.
In het jaar 2000 dient dit project te resulteren in een
grote overzichtstentoonstelling op dit gebied, vergezeld van
algemene en wetenschappelijke publicaties.
Het hiervoor nog uit te werken onderzoeksplan zal vooraf
worden voorgelegd aan het Ministerie van O.C.W.
2.3.3. Onderzoek en documentatie afdeling Moderne keramiek
In de beleidsperiode 1997 - 2000 zal een bestandscatalogus
worden samengesteld van deze collectie. Tegelijkertijd
wordt een boek voorbereid over de moderne keramiek in
Nederland vanaf 1900 tot 2000, waarbij de collecties in
het museum als uitgangspunt zullen dienen.
2.3.4. Onderzoek en bibliotheek
De bibliotheek van Museum het Princessehof is één der grootste
en best gespecialiseerde bibliotheken op het gebied van de
keramiek in Europa. De bibliotheek is eigendom van de
Ottema-Kingma Stichting. De stichting stelt financiële middelen
beschikbaar voor verwerving, inbinden en restauratie.
De bibliotheek is in eerste aanleg een instituutsbibliotheek
ten behoeve van het (wetenschappelijk)onderzoek in het museum.
Daarnaast heeft de bibliotheek een publieksfunctie voor deskun
digen, verzamelaars en geïnteresseerden.
Het voornemen is om aan de bibliotheek een grotere rol toe
te kennen bij het voorbereidende wetenschappelijke werk.
De functie van de bibliotheek zal worden uitgebreid tot een
voor de conservatoren gemakkelijk te benaderen kenniscentrum.
De daartoe te nemen maatregelen komen echter tevens ten
gunste van externe onderzoekers.
Prioriteit hierbij is het invoeren van de catalogus in een
geautomatiseerd bestand. Verder is nodig het automatiseren
van de in een afzonderlijk kaartsysteem aangelegde ontsluiting van
tijdschriftartikelen en overige documentatie.
Het op ieder gewenst moment kunnen beschikken over deze
gegevens zal het wetenschappelijk werk efficiënter maken
en de kwaliteit van de wetenschappelijke dienstverlening sterk
verhogen.
(zie kostenramingen bijlage 2).
2.3.5. De grenzen van de onderzoeks- en documentatiefunctie in het
museum
De onderzoeks- en documentatiefunctie in het museum wordt
begrensd door twee oorzaken:
1onvoldoende reisbudget voor vergelijkend onderzoek in
keramiekcollecties in met name Azië en de Verenigde Staten.
2. tijdgebrek.
Naast het verrichten van onderzoek en het documenteren van de
collecties zijn de drie conservatoren tevens belast met de orga
nisatie van één, soms twee tentoonstellingen per jaar. In de
praktijk betekent dit, dat per conservator 1/3 van de beschikbare
tijd wordt besteed aan de collectiefunctie (onderzoek,
documentatie, verwerving, behoud en beheer), 1/3 van de
beschikbare tijd voor de publieksfunctie vaste presentatie
en tenslotte 1/3 aan de publieksfunctie tijdelijke presentatie.
Zonder uitbreiding van de afdeling museumtaak met een staf
functionaris belast met organisatie van tentoonstellingen
en beschikbaarstelling van extra middelen voor vergelijkende
studies in het buitenland, zal de onderzoeksfunctie niet
kunnen worden gebracht op een niveau dat in overeenstemming
is met de kwaliteit van de collecties.
Om de onderzoeks- en documentatie functie op een minimaal
aanvaardbaar niveau te brengen is uitbreiding van de
betreffende budgetten noodzakelijk.
(zie kostenramingen bijlage 2).
2.4. Conservering en restauratie
In juli 1995 is op verzoek van de directeur van het Princessehof
door de Rijksdienst Beeldende Kunst Adviesgroep, een rapportage
uitgebracht met betrekking tot de bewaarcondities van de
collecties in het museum.
De belangrijkste conclusies van de rapportage ziin:
1ten opzichte van de andere middelgrote musea in Nederland
heeft het Princessehof een achterstand opgelopen van tenminste
5 jaar.