Blad 2 geduurd voordat voldoende gegevens waren overgelegd om het bouwplan te kunnen beoordelen. Direct daarna heeft de offi ciële kennisgeving (o.a. via de plaatselijke pers) plaats gevonden De bedenkingen van de heer Terpstra komen in het kort hier op neer, dat hij verwacht dat het onderbrengen van een aan tal woningen in het pand zal leiden tot het scheppen van openingen voor toetreding van licht en lucht, zodat het mogelijk wordt direct op zijn woning en het daarbij beho rende terras uit te zien. De bedenkingen van de heer Schadé hebben o.a. betrekking op het feit dat het karakter van zijn tuin ("een zeer rustig gelegen binnenstadstuin"door een eventuele bestemmingswijziging niet mag veranderen en het woongenot niet achteruit mag gaan. De bedenkingen spit sen zich toe op het feit dat een venster met draadglas, met tralies ervoor (een zgn. Frans raam) in de zijgevel van het pand Nieuweburen 113 (westkant) is vervangen door een raam van helder glas, dat naar buiten toe geopend kan worden. Uit de verdere correspondentie blijkt overigens dat er overleg heeft plaatsgevonden tussen de heren Bakker (de aanvrager) en de heer Schadé en dat hierbij is overeen ge komen dat een en ander weer ongedaan zal worden gemaakt, waarbij een vaststaand en ondoorzichtig venster zal worden aangebracht Met de indieners heeft telefonisch overleg plaatsgevonden over de naar voren gebrachte bedenkingen. Wat betreft de heer Terpstra is hierbij o.a. naar voren gekomen dat geen extra licht- en lichtopeningen zijn aangebracht, waardoor uitzicht mogelijk zou zijn richting zijn pand. Zijn voor naamste bezwaar is hiermee dan ook vervallen. Wij hebben reeds aangegeven dat de bedenkingen van de heer Schadé met name betrekking hadden op het venster in de zij gevel en dat hierover afspraken zijn gemaakt tussen hem en de aanvrager. Uit het overleg met de heer Schadé is naar voren gekomen dat weliswaar niet volledig aan deze afspra ken zou zijn voldaan, maar dat de functieverandering als zodanig (naar wonen) bij hem geen bezwaren meer oproept. Naar aanleiding van een en ander merken wij op, dat in ar tikel 5.4.12 van het Burgerlijk Wetboek is bepaald, dat tenzij de eigenaar van het naburige erf daartoe toestemming heeft gegeven, het niet geoorloofd is binnen twee meter van de grenslijn van dit erf (o.a.) vensters of andere muurope ningen te hebben, voorzover deze op dit erf uitzicht geven. Nu bedoelde toestemming ontbreekt, kan de (eventuele) strijdigheid met het Burgerlijk Wetboek worden ondervangen door aan de vrijstelling ingevolge artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (voor dit bouwplan) de voorwaarde te verbinden dat dit venster vaststaand en ondoorzichtig moet zijn. Aan een vrijstelling als in deze wetsbepaling Blad 3 bedoeld kunnen namelijk voorwaarden worden verbonden ten einde tegemoet te komen aan bij derden levende bezwaren. Wij achten de overige bezwaren van beide omwonenden - voor zover daar nog sprake van is - voorts niet zodanig dat aan het bouwplan geen medewerking zou kunnen worden verleend. Een belangrijke overweging hierbij is geweest, dat - zoals reeds opgemerkt - de woonfunctie hier reeds beperkt is toe gestaan. Een belangrijk uitgangspunt voor de ontwikkeling van de binnenstad is het behoud en de versterking van de woonfunctie. Alles overwegende zijn wij van mening dat het stedebouwkundig verantwoord is medewerking te verlenen aan het betreffende bouwplan. Teneinde de gevraagde medewerking te kunnen verlenen, is het noodzakelijk dat voor het betrokken perceel een voorbe- reidingsbesluit wordt genomen. Hierdoor ontstaat de moge lijkheid vrijstelling te verlenen van het geldende bestem mingsplan, mits gedeputeerde staten vooraf verklaard hebben tegen het verlenen van vrijstelling geen bezwaar te hebben. Onder mededeling, dat de Commissie voor Stadsontwikkeling u in haar op 13 februari 1996 gehouden vergadering heeft geadviseerd met het vorenstaande in te stemmen, stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-be- sluit Leeuwarden, 29 februari 1996. Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, drsH.H. Apotheker burgemeester. mr. F.M.J. Steijvers secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 177