Blad 2 vrijstelling te verlenen van de op de plankaart of in de voorschriften gegeven maten, afmetingen en percentages tot ten hoogste 10% van die maten, afmetingen en percentages. Op grond daarvan kunnen wij vrijstelling verlenen voor de overschrijding van de boeiboordhoogte van 7.50 meter naar ca. 8.06 meter. Stedebouwkundig zijn er geen bezwaren tegen het verlenen van de vrijstelling. Wij zijn dan ook voorne mens deze vrijstelling te verlenen. (ad. 2.) Aan de noordwestzijde is sprake van een geringe overschrijding van de bouwgrensDe afstand tot de dichtst bijzijnde woning bedraagt ruim 15.00 meter. Tussen de uit breiding en die woning blijft een fietsenstalling gehand haafd. Door de geringe overschrijding worden naar onze me ning geen belangen van derden geschaad. Uit het vervolg van deze raadsbrief moge blijken, dat het bouwplan naderhand op dit onderdeel is aangepast (ad. 3.) De belangrijkste afwijking van het bestemmingsplan is gelegen in het afwezig zijn van een kap. Het aanbrengen van een kap is uit een oogpunt van welstand niet noodzake lijk en maakt het plan extra duur. Bovendien zouden daar door aspecten als zontoetreding en de hoogte van het schoolgebouw ten opzichte van de straat/woningen voor omwo nenden nadeliger uit kunnen pakken, dan in het ingediende bouwplan. In die zin zijn de omwonenden er niet bij gebaat, dat er een kap wordt aangebracht Bedenkingen omwonenden Tegen het oorspronkelijke bouwplan (plan 0) heeft een aan tal omwonenden op 22 maart 1995 bedenkingen naar voren ge bracht De bedenkingen hebben betrekking op de volgende aspecten: a. aantasting woongenot door meer overlast van de school; b. ontnemen van zonlicht; c. waardevermindering van de woningen; d. aantasting privacy; e. hoogte schoolgebouw ten opzichte van straat/woningen; f. overlast tijdens bouw; g. mogelijke schade tijdens bouw; h. verkeersonveiligheid tijdens bouw. Het aangepaste bouwplan (plan 1) heeft met ingang van 7 december 1995 gedurende twee weken ter inzage gelegen. De bewoners van de Leeuwarderstraat hebben in een brief van 18 november 1995 reeds aangegeven, dat zij hun eerdere bezwa ren handhaven. Op 2 9 november 1995 heeft dhr. H. Hiemstra mede namens een aantal omwonenden in een brief aan ons college o.a. een alternatief aangedragen in de vorm van een uitbreiding zonder verdieping, de belangrijkste bezwaren nog eens herhaald en het aspect van uitzicht toegevoegd als bedenking i. het uitzicht wordt belemmerd. Blad 3 In een brief van 14 december 1995 zijn aan de eerder ge noemde bedenkingen nog een vijftal toegevoegd. Een kopie van de brieven en het bouwplan, hebben wij voor u bij de stukken ter inzage gelegd. De aanvullende bedenkingen heb ben betrekking op het volgende: j er zijn voldoende mogelijkheden voor een nieuw te bou wen gebouw binnen de mogelijkheden van het bestem mingsplan; k. er is geen sprake van dringende redenen; 1. er is geen bestemmingsplan in voorbereiding; m. er is geen aandacht geschonken aan de belangen van omwonenden n. er is geen sprake van een homogene vormgeving; de nieuwbouw doet afbreuk aan de stijl van het hoofdge bouw. Reactie Alvorens wij op de bedenkingen zoals genoemd onder a. tot en met n. ingaan, merken wij in algemene zin op, dat het bestemmingsplan zich niet verzet tegen een uitbreiding van de school binnen de aangegeven bouwgrenzen in een hoogte van maximaal twee bouwlagen, mits voorzien van een kap. Bij elke andere situering zou het afwezig zijn van een kap reeds een afwijking van het bestemmingsplan inhouden. De door ons te voeren vrijstellingsprocedure op basis van artikel 19 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening richtte zich gelet op vorenstaande, op de afwijkingen, zoals ge noemd in de punten 2. (geringe overschrijding bouwgrens) en 3(geen kapverdieping) Ten aanzien van de bezwaren merken wij het volgende op. (ad. a.) Waar de overlast uit zou bestaan, is niet nader aangegeven. Het schoolbestuur streeft er naar de jeugd zo veel mogelijk op het schoolterrein te houden, 's Avonds zijn er doorgaans geen activiteiten. Op het terrein is vol doende ruimte voor het stallen van fietsen. Wij zijn van oordeel, dat het schoolbestuur voldoende mogelijkheden heeft eventueel overlast te voorkomen en achten dit bezwaar niet gegrond. (ad.b.) Gelet op de hoogte van de uitbreiding, de afstand tot de woningen aan de overzijde van de straat 15.00 meter) en de hoogte van het bestaande schoolgebouw, is van beperking van zontoetreding op de gevels van de woningen niet of nauwelijks sprake. Er is sprake van een in een ste delijk gebied aanvaardbare situatie. Wij achten dit bezwaar niet gegrond. (ad. c.) Artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening geeft aan, dat indien en voorzover blijkt, dat een belang hebbende o.a. ten gevolge van de beslissing omtrent vrij stelling als bedoeld in artikel 19 schade lijdt of zal lij den welke redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen la-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 194