Blad 2
behandeling van de G4 (Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den
Haag) en de G15.
In het voorjaar van 1995 heeft het kabinet een convenant
gesloten met de G4 en op 30 oktober 1995 sloot het kabinet
een convenant met de overige 15 steden, waaronder
Leeuwarden. Namens het college van b. en w. ondertekende
wethouder De Haan-Laagland het convenant. Het concept-con
venant werd eerst ter advisering voorgelegd aan de
raadsadviescommissie voor Economische en Sociale Zaken.
Deze heeft in haar vergadering van 16 oktober 1995 positief
geadviseerd ten aanzien van het concept-convenant
Het verslag van de vergadering van de raadsadviescommissie
en de b. en w.-nota is voor u ter inzage gelegd.
De convenantstekst zoals die werd ondertekend, is aan de
raadsleden afzonderlijk toegezonden en hierbij voor u ter
inzage gelegd.
Het convenant biedt een kader voor de gemeentelijke
beleidsontwikkeling voor de langere termijn.
Uit het convenant blijkt dat het Grote Stedenbeleid staat
voor een intensieve, geïntegreerde, probleem- en resultaat
gerichte aanpak. Het gaat om een bijzondere inspanning om
de steden vitaal, veilig en leefbaar te houden. In het con
venant zijn afspraken gemaakt met betrekking tot de thema's
werken, onderwijs, veiligheid, zorg en leefbaarheid.
Door middel van auditing (een soort periodiek gesprek over
de stand van zaken in de verschillende steden) en monito
ring (meten van bepaalde resultaten) wordt de realisatie
van de afspraken onderzocht. Uitkomsten van monitoronder-
zoek en auditing kunnen leiden tot bijstelling van het be
leid.
De afspraken voor de convenantsperiode (1996 tot en met
1999) sluiten aan bij de huidige inzet van de gemeente
Leeuwarden op de verschillende beleidsterreinen en bieden
ruimte om invulling te geven aan de uitgangspunten in het
collegeprogramma met betrekking tot ruimtelijk-,
economisch- en sociaal beleid.
Het Grote Stedenbeleid staat voor een langdurig proces van
sociaal-economische, culturele en maatschappelijke revita
lisering en behoeft in die zin een structurele plaats bin
nen de gemeentelijke organisatie. Wij hebben besloten om
hiervoor een project-organisatie in te richten.
Een uitgewerkt voorstel van de inrichting en positionering
van de projectorganisatie ligt voor u ter inzage. Wij stel
len voor om de projectorganisatie in te richten voor een
periode van 4 jaar met de hoofdtaken:
Blad 3
- beleidsadvisering over GSB;
- coördinatie van gemeentelijke organisatie;
- onderhouden en uitbouwen van externe contacten.
Wij stellen voor om van de uitvoering van deze taken de
volgende functies in te zetten:
projectleider 32 uur
financieel medewerker 2 0 uur
secretariaat 10 uur
De kosten van de projectorganisatie worden geraamd op
f 245.000,- per jaar. Wij stellen u voor om deze kosten als
volgt te dekken:
1. Het is onze inzet om de projectorganisatie GSB voor een
deel te financieren door het opheffen van de huidige
projectorganisatie Sociale Vernieuwing. Hierdoor kunnen
wij op jaarbasis f 125.000,- uit het fonds Sociale Ver
nieuwing beschikbaar stellen.
2Het resterende deel van de kosten bedraagt
f 120.000,- Voor de voorgestelde periode van 4 jaar
gaat het in totaal over f 480.000,-. Deze kosten worden
gedekt binnen de bestaande budgetten van de 4 grote
diensten.
In het overgangstraject van Sociale Vernieuwing naar GSB
kunnen frictiekosten ontstaan. Daarom stellen wij voor om
een extra budget te ramen van f 50.000,- voor mogelijke
frictiekosten en om deze kosten te dekken uit het fonds
Sociale Vernieuwing.
Het is noodzakelijk dat de budgetten voor de projectorgani
satie op korte termijn beschikbaar zijn. Daarom stellen wij
voor om de extra kosten voor 1996 zijnde f 120.000,- vóór
te financieren uit het fonds Sociale Vernieuwing.
Tenslotte stellen wij u voor om voor 1996 een krediet van
f 295.000,- (zijnde de kosten van de projectorganisatie en
de frictiekosten) beschikbaar te stellen.
Het voorstel voor de projectorganisatie Grote Stedenbeleid,
inclusief de financiering, is voor u ter inzage gelegd.
Nu het convenant is afgesloten kan het dienen als kader
voor het toekomstige beleid van de gemeente Leeuwarden en
kan begonnen worden met de uitwerking van de afspraken door
de gemeente. Er zullen met betrekking tot sommige thema's
actieprogramma's worden opgesteld waarin concrete te beha
len resultaten zullen worden geformuleerd.
Het convenant biedt daarnaast de kans voor Leeuwarden om
niet alleen met het Rijk maar ook met andere partners op
een nieuwe manier samen te werken. Zo zullen de G15 samen