Principes als uitgangspunten voor integer handelen.
We hebben respect voor de waardigheid van de mens.
Een belangrijk uitgangspunt voor een gedragscode. Respect voor
de waardigheid van ieder mens is de basis van integer gedrag.
Elk handelen waarbij mensen worden bedrogen of vernederd is
fout
De kwaliteit van een organisatie is daarom niet alleen af te
meten aan de wijze waarop de projectonwikkelaar die veel grond
van de gemeente koopt wordt onthaald, maar wordt voor een
belangrijker deel afgemeten aan de wijze waarop de vervelende
zeurpiet die al voor de zoveelste keer aan de balie komt, wordt
behandeld.
Ons handelen en nalaten is in overeenstemming met de wet en we
geven anderen daar ook de ruimte voor.
Naleving van de wet is een minimumvereiste. Daarop wordt elk
handelen afgestemd. En net zo belangrijk is dat anderen door ons
gedrag niet mogen worden aangezet tot onwetmatig of onrechtmatig
handelen. Het kan ook verder gaan: kijk naar de strekking van de
wet. Niet de letter van de wet is hierbij maatgevend, maar
datgene wat, voortvloeiende uit een wet, kan worden beschouwd
als behoorlijk en correct handelen.
De overheid heeft in dit handelen een voorbeeldfunctie.
Iedereen aanvaardt de eigen verantwoordelijkheid.
Iedereen is zelf verantwoordelijk voor het eigen handelen of
nalaten. Hierbij gaat het om onderlinge relaties binnen het
ambtelijk apparaat, om relaties tussen ambtenaren en bestuurders
en om externe verantwoordelijkheid.
Verschuil je niet achter het idee dat iemand een bepaald gegeven
liever niet wil weten of achter opdrachten van hogerhand.
Aanvaarding van de eigen verantwoordelijkheid kan echter ook
betekenen dat je voor handelingen van een ander kan worden
aangesproken. Dit houdt in dat een bestuurder voor handelingen
van ambtenaren verantwoordelijk kan zijn en een leidinggevende
voor handelingen van ondergeschikten.
We handelen in overeenstemming met het vertrouwen dat in ons
gesteld is.
Vertrouwen in de overheid is een groot goed. In een rechtsstaat
moet een burger op de overheid kunnen vertrouwen.
Dit gaat om informatieverschaffing, om de kwaliteit van de
diensten die geleverd worden en om het gestand doen van uitdruk
kelijke of impliciete toezeggingen.