Blad 2 Het eventueel verhalen van schade is een privaatrechtelijke aangelegenheid die ligt op de weg van betrokken partijen. De heer Welles vindt dat de voorgenomen bouwhoogte uit stijgt boven de huidige hoogtes waardoor het aanzien van zijn pand wordt aangetast. Hij merkt bovendien op dat de voorgenomen bouwhoogtes in strijd zijn met het ontwerp-be- stemmingsplan Op de plaats van het verzetscomplex mag nieuwbouw komen. De hoogte aan de kant van de Posthoornsteeg bedraagt volgens de randvoorwaarden aan het Zuiderplein over een diepte van 15.00 meter maximaal vier bouwlagen met een kapverdieping en daarachter maximaal twee bouwlagen met een kap, respec tievelijk drie bouwlagen. Wij merken daarbij op, dat de aanvaardbare hoogte in samenhang moet worden beoordeeld met andere randvoorwaarden en richtlijnen die met name betrek king hebben op de inpassing in het beschermd stadsgezicht. Het pand waarin de meubelmakerij is gevestigd omvat drie bouwlagen en ligt tegenover dat deel van het verzetscomplex waar twee lagen met een kap, danwel drie lagen zijn toege staan. In die zin is er naar onze mening geen sprake van verstoring van de ruimtelijke verhoudingen ter plaatse. Voorts zal een bouwplan op deze plaats moeten voldoen aan het Bouwbesluit en de bepalingen van de Bouwverordening. Aan een eerder ontwerp voor een bestemmingsplan voor dit gebied kunnen geen rechten worden ontleend. Het ontwerp- bestemmingsplan Klanderijbuurt-Tulpenburg is in voorberei ding. Daarin worden de stedebouwkundige randvoorwaarden voor het verzetscomplex opgenomen. De heer Welles reageert tot slot op de suggestie in de toe lichting op de randvoorwaarden en richtlijnen ook de noord wand van het Posthoornpleintje te transformeren in wonen. In de toelichting wordt daar gewag van gemaakt. Deze sug gestie is niet vertaald in een randvoorwaarde, maar zal eventueel in het bestemmingsplan Klanderijbuurt-Tulpenburg tot uitdrukking worden gebracht. In die zin hebben de rand voorwaarden en richtlijnen geen directe gevolgen voor de meubelmakerij Daarnaast merken wij op dat de mogelijkheid bestaat dat door het realiseren van woningen aan het Zuiderplein de voorwaarden verbonden aan de vergunning op grond van de Wet milieubeheer voor de meubelmakerij opnieuw moeten worden bezien Blad 3 Juridisch gezien ontstaat voor de heer Welles eerst een voor bezwaar en beroep vatbare situatie bij de procedure die leidt tot de mogelijkheid om vooruit te lopen op het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan (anticipatie-procedu re) en/of bij de procedure van het bestemmingsplan zelf en/of op het moment dat een bouwvergunning door ons is ver leend. Tot slot merken wij op dat wij inmiddels op verzoek van de heer Welles een kopie van zijn brief hebben gezonden naar de projectontwikkelaar van het verzetscomplex. Samengevat geven de bezwaren van de heer Welles ons geen aanleiding voor te stellen de stedebouwkundige randvoor waarden voor Zuiderplein 7 t/m 17 bij te stellen. Onder mededeling dat de Commissie voor Stadsontwikkeling u in haar op 16 januari 1996 gehouden vergadering heeft ge adviseerd met vorenstaande in te stemmen, stellen wij u voor de heer Welles dienovereenkomstig te berichten. Leeuwarden, 1 februari 1996. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, drsH.H. Apotheker Burgemeester. mrF.M.J. Steijvers Secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1996 | | pagina 52